Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie M
- Molenaartje
- Molenarin
- Molenarm
- Molenas
- Molenbord
- Molenbrief
- Molendwangrecht
- Molenkap
- Molenpaard
- Molensloot
- Molensteengroeve
- Molenstof
- Molest
- Molestatie
- Molesteeren
- Molet
- Molferd
- Molhuis
- Molières
- Molik
- Molinist
- Molken
- Molkever
- Molkleurig
- Molla(h)
- Mollen (1)
- Mollen (2)
- Mollen (3)
- Mollenknip
- Mollepoot
- Mollevellig
- Mollig
- Mollusken
- Molm
- Molmachtig
- Molmen
- Molmgrond
- Molmig
- Moloch
- Molos
- Molploeg
- Molsem
- Molsemen
- Molsgang
- Molsla
- Molteeken
- Molton
- Moltonnen
- Moltoonschaal
- Molukje
- Molybdaenium
- Mom (1)
- Mom (2)
- Momaangezicht
- Momber
- Momberkamer
- Moment
- Moment-opname
- Momentaan
- Momgewaad
- Mommedans
- Mommekleeren
- Mommelen
- Mommen
- Mommer
- Mommerij
- Mommespel
- Mommie
- Mompelaar
- Mompelen
- Momus
- Momusavond
- Mona lisa
- Monaden
- Monarch
- Monarchaal
- Monarchie
- Monarchist
- Monarchistisch
- Mond
- Mond- en klauwzeer
- Mondain
- Mondanïteit
- Mondbal
- Mondcatarrhe
- Monddeelen
- Monde
- Mondelijk
- Mondeling
- Mondelingsch
- Monden
- Mondgat
- Mondharmonica
- Mondhoek
- Mondig
- Mondijzer
- Mondjegauw
- Mondjesmaat
- Mondjevol
- Mondklem
