[<Oudhoogduits Charal, Middelned. kerl, vrije man], mannennaam, gedragen door vele vorstelijke personen.
BELGIË Karel Théodore Henri Antoine Meinrad, graaf van Vlaanderen, *10.10.1903 Brussel; tweede zoon van koning Albert I en koningin Elisabeth, broer van Leopold III; ongehuwd. Op 20.9.1944 werd Karel door de Verenigde Belg. Kamers tot regent van het koninkrijk verkozen, omdat Leopold III in Duitse gevangenschap verkeerde; hij legde als dusdanig op 21.10.1944 de grondwettelijke eed af. Toen in mei 1945 bezwaren rezen tegen de terugkeer van Leopold, werd het regentschap verlengd, tot op 20.7. 1950 de koning door een parlementaire meerderheid naar het land werd teruggeroepen (→Leopold III, →Koningskwestie). Na zijn regentschap hield Karel zich opnieuw volledig op de achtergrond.
BOURGONDIË Karel de Stoute, hertog van Bourgondië (1467 —77), *1433 Dijon, †(gesn.) 5.1.1477 bij Nancy; zoon van →Filips de Goede en Isabella van Portugal. Karel werd opgevoed als Franse prins, samen met zijn latere aartsvijand, de toekomstige →Lodewijk XI van Frankrijk. In 1465 werd hij luitenant-generaal voor zijn ziekelijke vader. Hij zette diens politiek voort: afronding van de Bourgondische bezittingen in de Nederlanden, vereniging daarvan met de Bourgondische tot het gebied van het oude NederLotharingen. Ook in zijn binnenlandse politiek zette hij de centralisatie en unificatie van de instellingen der verschillende landsheerlijkheden voort. Voor het complex van gebieden hebben zowel vader als zoon naar de koningskroon gedongen om zich gelijkwaardig te tonen tegenover Frankrijk.
In 1465 leidde hij met succes de Ligue du Bien Public, waardoor hij de steden aan de Somme, die door zijn vader in 1463 aan Frankrijk waren afgestaan, heroverde op Lodewijk IV. De betrekkingen tussen Karel en Lodewijk verslechterden nog meer toen de laatste door intriges de Luikenaren in opstand bracht. Karel vernietigde daarop Dinant (1466) en Luik (1468); bij de laatste gebeurtenis dwong hij de gevangengenomen Lodewijk aanwezig te zijn. Bij het Verdrag van Péronne (1468) verkreeg Karel de vrijstelling van de Vlaamse steden van de koninklijke jurisdictie. Hij zocht steun bij de Engelse koning Eduard IV, met wiens zuster Margareta hij in 1468 huwde. De vijandelijkheden met Frankrijk duurden voort tot ca.1473, toen Karel zich op andere doeleinden ging richten: de verovering van Gelre en Lotharingen.
Na langdurige onderhandelingen te Trier over de verlening van de koningstitel, verloor Karel echter door Franse interventie de steun van de keizer. Inmengingspogingen in het Rijnland liepen uit op het beleg van Neuss, dat hij na ruim een jaar moest opgeven (1474—75). Zijn bondgenoot Eduard IV had intussen vrede gesloten met Lodewijk XI. Het pas veroverde Lotharingen kwam, mede door Franse intriges, in opstand. De Zwitsers voelden zich bedreigd door Karels expansiepolitiek. Karel hief zware belastingen van zijn onderdanen om zijn huurlegers en militaire uitrusting te kunnen bekostigen.
Hij was echter niet opgewassen tegen de tactiek van de Zwitserse infanterie; in twee veldslagen werd zijn leger vernietigd (Grandson en Murten, 1467). In de campagne tegen de hertog van Lotharingen sneuvelde Karel bij een belegering van Nancy; zijn lichaam werd zwaar verminkt in het ijs gevonden. Hij werd opgevolgd door zijn dochter, Maria van Bourgondië. Karel de Stoute streefde, ten koste van de welvaart van zijn onderdanen, naar roem voor zijn dynastie en naar expansie van zijn grondgebied. Zijn belangrijkste binnenlandse hervormingen regelde hij na de mislukte onderhandelingen te Trier, namelijk de Ordonnanties van Thionville (1473), waarbij hij opperste gerechtshoven en rekenkamers te Mechelen en Beaune oprichtte. Door zijn politiek absolutisme kan hij tot de vroegste renaissance-vorsten gerekend worden.
LITT. J.Bartier, Charles le Téméraire (1944; 2e dr. 1970); M.Matzenauer, Studien zur Politik Karls des Kühnen bis 1474 (1948); J.A.Néret, Le Téméraire (1952); P.Frédérix, La mort de Charles le Téméraire (1966).
DUITSE RIJK De Duitse keizers beschouwden zich als de opvolgers van de Frankische keizers Karel I de Grote, Karel II de Kale en Karel III de Dikke, allen onder FRANKISCHE RIJK.
Karel IV, Duits keizer (1346—78), *1316 Praag, †1378 Praag; zoon en opvolger van koning Jan van Bohemen. Karel was een intelligent en energiek heerser. Zijn Gouden Bul (1356), waarin het rijksbestuur (m.n. de keizersverkiezing) werd geregeld, had een vrij gunstig effect. Karel concentreerde zijn aandacht op het uitbreiden van de ‘Hausmacht’ van het Luxemburgse Huis. Hij onderhield goede betrekkingen met de Duitse Hanze en de Duitse Orde en breidde in het oosten en noorden zijn rijk uit met Silezië, Pommeren en Brandenburg. Bohemen bleef het kerngebied van zijn rijk en hij maakte Praag tot hoofdstad.
Door het zwaartepunt van het rijk naar het oosten te verleggen initieerde hij een nieuwe fase in de Duitse politiek en cultuur. Karel schreef een autobiografie, Vita, en een vorstenspiegel voor zijn troonopvolger. Uitgaven: Fürstenspiegel, door S.Steinherz (1925); Vita, door K.Peisterer en W.Buist (1950).
LITT: J.Sustra, Karl iv (2 dln. 1946-48); J.Haller, Von den Staufern zu den Habsburgern (2e dr. 1960).
Karel V, Duits keizer (1519—56), *24.1.1500 Gent, †21.9.1558 San Geronimo de Yuste; oudste zoon van Filips de Schone, hertog van Bourgondië en koning van Castilië, en Johanna van Aragon; gehuwd met Isabella van Portugal. Na de dood van zijn vader volgde Karel hem in 1506 op in de Nederlanden en Bourgondië. Hij werd opgevoed door Margareta van Oostenrijk en door Willem van Croy. Nadat Karel in 1515 meerderjarig was verklaard, werd hij in 1516 na de dood van zijn grootvader Ferdinand koning van Spanje. In 1519 erfde hij van zijn andere grootvader, keizer Maximiliaan, de Oostenrijkse Hausmacht. In hetzelfde jaar werd hij (ondanks de mededinging van de Franse koning Frans I) met behulp van Fuggers geld tot keizer gekozen.
Karel wist de Nederlanden te verenigen: in 1524, 1526, 1528 en 1543 nam hij resp. Friesland, Groningen, het Nederen Oversticht en Gelderland in bezit. In 1548 verzekerde Karel zich ervan dat de Nederlanden in één hand zouden blijven (Pragmatieke Sanctie), waarna deze gewesten als één gebied (de Bourgondische Kreits) in het Duitse Rijk werden opgenomen. Het resultaat van vier oorlogen met Frankrijk (1521-24,1527-28,1536 — 38,1542-44) was de bevestiging van het Spaanse overwicht in Italië, het opheffen van de Franse leenhoogheid over Artois en Vlaanderen en de verwerving van Doornik door Karel, die echter Bourgondië niet herwon. Karel streed met wisselend succes tegen de moslims: een Turkse aanval op Wenen werd afgeslagen (1529) en een veldtocht tegen Tunis verliep succesvol (1535), maar de aanval op Algiers mislukte (1541). Door de strijd tegen de Turken en Fransen kon Karel pas in 1544 zijn politiek ten aanzien van Duitsland gaan uitvoeren.
Na zijn grote overwinning bij Mühlberg (1547, →Schmalkaldische Oorlog) leek het dat zijn doeleinden verwezenlijkt werden: onderdrukking van de Reformatie en versterking van het keizerlijk gezag. De omzwaai van →Maurits, keurvorst van Saksen, en diens alliantie met Frankrijk brachten Karel echter in een zeer precaire positie (1552). Het Verdrag van Passau en de Godsdienstvrede van Augsburg bekrachtigden Karels nederlaag. Karel had meer succes in zijn machtigste rijk, Spanje. Na het neerslaan van de opstand der →comuneros (1520) werd het koninklijke gezag versterkt; de snelle Spaanse koloniale expansie gaf Karel een sterke economische basis (goud) voor zijn kostbare expansiepolitiek. Na de mislukking van zijn Duitse politiek trad Karel (die aan jicht leed) in 1555 af en trok zich terug in een Spaans klooster.
In de Oostenrijkse erflanden en als Duits keizer werd hij opgevolgd door zijn broer Ferdinand, in Spanje, de Nederlanden en Italië door zijn zoon Filips II . Onder Karel V nam het Habsburgse Rijk zulke grote afmetingen aan, dat Karel (mede als afweerreactie tegen de Reformatie) trachtte terug te keren tot de middeleeuwse idealen van één keizerlijk oppergezag, dat samen met de paus boven alle andere gezagsvormen zou staan. Dit ideaal was, gezien de krachtige opkomst van de nationale staten in de 16e eeuw, een onmogelijkheid.
LITT: K.Brandi, Kaiser Karl v (3e dr. 1941; Ned. vert. 1946); P.Rassow, Die politische Welt Karls v (1946); M.Mittler, Mission und Politik (1950; over Karels koloniale rijk); P.Rassow en F.Schalk (red.), Karl v (1960); C.Terlinden, Carolus Quintus, keizer Karel v (1965); H.Lapeyre, Charles Quint (1971).
Karel VI, Duits keizer (1711—40), *1.10.1685 Wenen, †20.10.1740 Wenen; tweede zoon van keizer Leopold I. Karel werd tijdens de Spaanse Successieoorlog tegen de Bourbonse Filips V tot koning van Spanje uitgeroepen. Toen hij in 1711 zijn broer Jozef I in Oostenrijk en het Duitse Rijk opvolgde, verloor hij echter de steun van zijn bondgenoten, zodat hij bij de Vrede van Rastatt (1714) met een deel van het Spaanse Rijk, namelijk de Zuidelijke Nederlanden, Milaan, Napels en Sardinië (dat in 1720 voor Sicilië werd geruild) genoegen moest nemen. In 1713 regelde Karel de opvolging van zijn dochter Maria Theresia via de →Pragmatieke Sanctie, die pas na belangrijke concessies (o.a. steun aan de keurvorst van Saksen in de Poolse Successieoorlog en afstand van Napels en Sicilië in resp. 1735 en 1738 aan de Spaanse Bourbons) door andere vorsten erkend werd. Op het eind van zijn regering gingen de veroveringen van prins →Eugenius van Savoye op de Turken grotendeels weer verloren.
Karel VII Albrecht, Duits keizer (1742—45), *6.8. 1697 Brussel, †20.1.1745 München. Karel werd in 1726 keurvorst van Beieren. Door zijn huwelijk met een dochter van keizer Jozef I meende Karel rechten te kunnen doen gelden op de Habsburgse erfenis. Hij ontketende in 1741 de Oostenrijkse Successieoorlog en werd in 1742 met behulp van Frankrijk tot keizer gekozen. Daarna brachten de Oostenrijkse militaire successen hem echter in een benarde positie, zodat zijn opvolger Maximiliaan Jozef moest afzien van de Beierse aanspraken op het keizerschap.
LITT: F.Wagner, Kaiser Karl VII und die grossen Machte (1938).
FRANKISCHE RIJK Karel I de Grote, koning der Franken (768—814), Rooms keizer (800-814), *2.4.(7)742, †28.1.814 Aken; oudste zoon van Pippijn in de Korte. In 754 werden Pippijn, Karel en diens jongere broer Karloman door paus Stefanus II tot koning gezalfd en ontvingen zij de titel Patricius Romanorum. Na Pippijns dood (768) kregen de beide zonen elk een rijkshelft, maar Karloman stierf in 771, waarna Karel alleen regeerde. In de beginfase van zijn regering had Karel toenadering gezocht tot de Langobarden en Beieren. Na Karlomans dood werd echter diens anti-Langobardische en anti-Beierse beleid hervat. Karel verstootte nu zijn tweede vrouw, een Langobardische prinses, en huwde de Alamaanse Hildegardis, die hem drie zonen (Karel, Pippijn, Lodewijk) schonk.
Karel versloeg de Langobarden, liet zich tot hun koning uitroepen en vestigde een protectoraat over de Kerkelijke Staat (774): Paus Hadrianus I had zelf Karels hulp ingeroepen tegen het Langobardische gevaar. Daarna volgden tegenslagen: een mislukte campagne in Spanje (778) en westwaartse expansie van de heidense Saksen. Krachtens de Capitulare van Herstal (779) trachtte Karel de samenhang van het rijksbestuur te verstevigen, hetgeen op korte termijn enig effect sorteerde, maar niet van duurzame aard bleek. Met wreedheid werd de strijd tegen de Oost-Friezen en Saksen opgenomen. De Elbe werd nu de oostgrens. In 788 zette Karel hertog Tassilo in (die tijdens de regering van Pippijn in de Beierse afhankelijkheid van het rijk ongedaan had gemaakt) af.
Deze oostwaartse expansie bracht Karel in botsing met de →Avaren, die in 795—796 vernietigend verslagen werden. In het westen van de vm. Avaarse gebieden werd de Oostmark gevormd, in Noordoost-Spanje de Spaanse Mark. Toch was ook het laatste decennium van de 8e eeuw geen onafgebroken zegetocht geweest: Saksische opstanden, Arabische invallen in Zuid-Frankrijk en een gevaarlijke samenzwering van Karels natuurlijke zoon Pippijn met de Bult en andere rijksgroten, hadden Karel van 792-793 in een vrij benarde positie gebracht. De omzetting van die gevaren in vergroting van zijn macht maakte het Karel als heerser over het grootste deel van de westelijke christenheid mogelijk zich in 800 te Rome door de paus tot keizer te laten kronen (het Byzantijnse Rijk verzette zich hiertegen tot 812).
Op het einde van Karels regering openbaarden zich tal van bestuursmisbruiken: de schepping van een hechte rijksorganisatie ging zijn krachten te boven. Karels zonen Pippijn en Karel stierven vóór hem (810-811), zodat hij in 813 Lodewijk de Vrome te Aken tot keizer liet uitroepen. Karel had voorheen ook zijn zonen al laten optreden als mederegeerders: Pippijn en Lodewijk waren met het bestuur van de koninkrijken Italië en Aquitanië belast geweest.
Cultureel is Karels bewind van grote betekenis geweest: de opbloei van de kunsten werd naar Karel genoemd (Karolingische kunst), evenals de herlevende belangstelling voor conservering van Latijnse werken, die zonder de →Karolingische renaissance wellicht verloren zouden zijn gegaan. Karels motief vormde hierbij vooral de opvoering van het ontwikkelingspeil van de geestelijkheid. Dat Karel institutioneel faalde, ligt meer aan zijn tijd dan aan zijn persoon: een sterk overheersen van de ruileconomie werkte feodale verbrokkeling in de hand; het door Karel verbreide →leenstelsel is nog eeuwenlang het institutionele grondpatroon van West-Europa gebleven. Ook wat de munt-, domeinen kloosterorganisatie betreft hebben Karels bemoeiingen nog lang nagewerkt. Karels roem en de legenden rond zijn persoon hebben sinds zijn eerste biograaf Einhard (+840; Vita Caroli Magni) het middeleeuwse beeld van de keizer in hoge mate bepaald; →Karel ende Elegast, →Karlmeinet, →chanson de geste. LITT: F.Lot, C.Pfister en F.L.Ganshof, Les destinées de l’empire en Occident de 395 à 888 (2 dln. 1940—41); L.Halphen, Charlemagne et l’empire carolingien (1949); R.Folz, Le souvenir et la légende de Charlemagne dans l’empire germanique médiéval (1950); F.L.Ganshof, Origines des rapports féodo-vassaliques (1954); D.Bullough, the age of Charlemagne (1965); W.Braunfels e.a., Karl der Grosse (4 dln. 1965—68); B.Sholod, Charlemagne in Spain (1966); LHaselbach, Aufstieg und Herrschaft der Karolinger in der Darstellung der sog. Annales Mettenses priores (1970); F.L.Ganshof, the Carolingians and the Frankish monarchy (1971).
Karel II de Kale, koning van het Frankische Rijk, *823, †6.10.877 Avreux; zoon van Lodewijk de Vrome. Bij Lodewijks dood in 840 bestreden Karel en Lodewijk de Duitser hun oudste broer Lotharius, waarna in 843 bij het Verdelingsverdrag van Verdun aan Karel West-Francia werd toegewezen, dat door Lotharius’ middenrijk gescheiden werd van OostFrancia. Verzet van Aquitaniërs, Bretons en Basken maakte het Karels regering verre van gemakkelijk. Karel richtte daarom zijn aandacht op het rijk van Lotharius. Na de dood van zijn neef Lotharius II (869) viel Karel dit gebied binnen, dat hij bij het Verdrag van Meerssen (870) met zijn broer Lodewijk deelde. Na de dood van zijn neef Lodewijk II van Oost-Francia werd hij door paus Johannes VIII tot keizer gekroond, maar hij kon zijn positie in Duitsland niet effectueren.
In 877 trachtte hij tevergeefs een deel van de Duitse landen te veroveren, maar werd door zijn neef Karloman, zoon van Lodewijk de Duitser, verslagen. Tijdens de terugtocht stierf Karel in een alpenhut in de buurt van Avreux, wellicht door vergiftiging.
LITT: A.Giry e.a., Recueil des actes de Charles II le Chauve (3 dln. 1943-55); P.Zumthor, Charles le Chauve (1957).
Karel III de Dikke, koning van het Frankische Rijk, *839, †13.1.888 Neidingen aan de Donau; zoon van Lodewijk de Duitser, bij wiens dood (876) hij Alamannië en Retië (het tegenwoordige Zwitserland en de Elzas) verkreeg. Na de dood van zijn broers Karloman (880) en Lodewijk II (882) bestuurde Karel geheel Oost-Francia. Moeilijkheden met de Saracenen brachten paus Johannes III er in 881 toe Karel tot keizer te kronen. In Italië wist Karel zijn macht niet te vestigen. Zijn slechte gezondheid en zijn traagheid verhinderden hem tevens krachtig op te treden tegen de Noormannen. In 885, na de dood van zijn neef Karloman, werd Karel tot koning van West-Francia uitgeroepen.
Toen in 887 Lodewijk van Provence zich aan Karels gezag onderwierp, had Karel het gehele Frankische Rijk herenigd. Zijn aarzelend optreden tegen de Noormannen, die in 885-886 Parijs belegerden en wier aftocht hij kocht o.a. door hun toe te staan Bourgondië te plunderen, riep verzet op, vooral onder de Duitse groten, die zich schaarden achter zijn neef Arnulf van Karinthië, bastaard van Karloman, die Karel opvolgde. Karel werd in 887 af gezet. Tot Karolingische eenheid is het sindsdien niet meer gekomen.
Karel III de Eenvoudige, koning van West-Francia (893—923), *17.9.879, †7.10.929; jongste zoon van Lodewijk II de Stamelaar, die kort na Karels geboorte stierf. Graaf Odo van Parijs werd tot koning van West-Francia uitgeroepen. In 893 werd Karel echter te Reims tot koning gekroond; na Odo’s dood (898) werd hij vrij algemeen erkend. De invallen van de Noormannen dwongen Karel een van hun aanvoerders, Rollo, in 911 te belenen met Normandië. De oppositie van de Franse adel nam hierna toe. In 923 werd Karel afgezet.
LITT: P.Lauer, Recueil des actes de Charles III le Simple (2 dln. 1949).
Karel Martel [strijdhamer], Frankisch hofmeier, *ca. 688, †22.10.741; bastaard van Pippijn van Herstal. Karel Martel werd hertog van Austrasië in de plaats van Pippijns kleinzoon, versloeg de Neustriërs (717) en werd door de Merovingische koning Chilperik II als hofmeier van het gehele Frankische Rijk erkend (719). Karel ondernam krijgstochten tegen Friezen, Beieren en Saksen. In 732 viel de gouverneur van Córdoba met zijn moslimleger Aquitanië binnen en versloeg er graaf Eudo. De slag bij Poitiers, waarin Karel de islamitische expansie noordwaarts stopte, vestigde zijn roem. Meteen verwierf Karel grote invloed in Aquitanië.
Zijn militair welslagen dankte hij aan de inrichting van een cavalerie, voornamelijk gefinancierd door land van kerkelijke domeinen, dat als vergoeding aan de ridders in leen gegeven werd. In 741 verdeelde Karel het Merovingische koninkrijk tussen zijn twee zonen, Pippijn in de Korte en Karloman I.
FRANKRIJK Karel I de Grote, Karel II de Kale, Karel III de Eenvoudige, allen onder FRANKISCHE RIJK.
Karel IV de Schone, koning van Frankrijk (1322 — 28), *(2).8.1294 Clermont, †1.2.1328 Vincennes; zoon van Filips IV de Schone en Johanna van Navarra. Karel volgde in 1322 zijn broer Filips v als koning op. Hij trachtte de Franse invloed naar buiten te versterken. Karel hervatte de oorlog met Engeland door de confiscatie van Guyenne, Gascogne en Ponthieu (1324). Hij steunde zijn zuster Isabella tegen haar echtgenoot Eduard II van Engeland, na wiens dood in 1327 Karel Agenais verwierf. In het binnenland voerde hij strijd tegen de Zuidfranse adel (de guerre des bâtards, 1324).
Karel dong naar de keizerskroon, maar overleed voortijdig. Met Karel stierf de oudere tak van het huis Capet in mannelijke linie uit.
LITT. R.Fawtier, L'Europe occidentale de 1270 à 1328 (1940).
Karel V de Wijze, koning van Frankrijk (1364—80),
*21.1.1337 Vincennes, †16.9.1380 Beauté-sur-Marne; zoon van Jan II de Goede. Nadat zijn vader tijdens de Honderdjarige Oorlog in de Slag bij Poitiers (1356) krijgsgevangene was gemaakt, nam Karel het regentschap waar tot 1360. Hij kreeg met ernstige sociale en economische moeilijkheden te maken: de opstand van de Parijse burgerij onder Étienne →Marcel en de boerenopstand van 1358 (→jacquerie). De boerenopstand werd vrij snel onderdrukt en in aug. 1358 wist Karel Parijs op de opstandelingen te heroveren. In mei 1360 sloot Karel met Engeland de Vrede van Brétigny. In 1364 volgde hij zijn vader als koning op. Hij wist de koning van Navarre, Karel de Boze, tot vrede te dwingen en kon, dank zij uitbreiding van zijn legers, de Honderdjarige Oorlog hervatten. Met hulp van zijn belangrijkste veldheer, Bertrand →Duguesclin, drong hij de Engelsen terug en ontnam hij hun de gebieden die bij de Vrede van Brétigny aan hen overgedragen waren. Na 1375 bleven alleen Calais, Bordeaux en Bayonne in Engelse handen; de poging tot herovering van Bretagne mislukte volledig. Tijdens Karels regering werden kunsten en wetenschappen beschermd: hij verbouwde het Louvre tot een paleis en bracht er de koninklijke bibliotheek in onder.
LITT. R.Delachenal, Hist. de Charles V (5 dln. 1909-31); J.Calmette, Charles v (1945); R.Héron de Villefosse, Charles le Sage (1947).
Karel VI, koning van Frankrijk (1380-1422), *3.2. 1368 Parijs, †21.10.1422 Parijs; zoon van Karel V en Jeanne de Bourbon. Karel volgde in 1380 zijn vader op onder voogdij van zijn ooms Lodewijk van Anjou, Jan van Berry en Filips de Stoute van Bourgondië (van vaderszijde) en Lodewijk van Bourbon (van moederszijde). Zij waren slechts uit op eigen belang en stichtten grote verwarring. In 1382 braken in Zuid-Frankrijk opstanden uit wegens het herinvoeren van belastingen en in Vlaanderen moest Karel afrekenen met Filips van →Artevelde, die in 1382 verslagen werd. Na de dood van Lodewijk van Anjou domineerde Filips van Bourgondië, die Karels huwelijk met Isabella van Beieren tot stand bracht. In 1388 nam Karel de regering in handen, maar tijdens een veldtocht tegen Bretagne in 1392 openbaarde zich een ernstige geestesziekte.
Filips de Stoute nam de regering in handen, maar kreeg te maken met verzet van Karels broer Lodewijk van Orléans. Deze werd in 1407 op instigatie van Filips’ zoon Jan zonder Vrees vermoord, waarna in Frankrijk de burgeroorlog tussen de →Armagnacs en de Bourguignons uitbrak. In 1415 hervatte de Engelse koning Hendrik v de Honderdjarige Oorlog. Namens Karel sloten zijn vrouw Isabella en Filips de Goede van Bourgondië het Verdrag van Troyes (1420), dat Hendrik v als Karels regent en opvolger aanwees.
LITT. M.Heim, La passion d’un roi: Charles VI le fol (1955); N.Nordberg, Les ducs et la royauté, 1392—1407 (1964); M.Rey, Le domaine du roi et les finances extraordinaires sous Charles VI (1965).
Karel VII, koning van Frankrijk (1429— 61), *22.2.1403 Parijs, †22.7.1461 Mehun-sur-Yèvre; vijfde zoon van Karel VI. Karel werd na de dood van zijn broer Jan in 1417 dauphin van Frankrijk. Na de moord op de graaf van Armagnac (1418) werd Karel nominaal leider van de partij der Armagnacs. Hij was verantwoordelijk voor de moord op de Bourgondische hertog Jan zonder Vrees (1419), waarbij hij aanwezig was. Door het Verdrag van Troyes (1420) werd Karel onterfd. Hij wist zich tegen de Engelsen te handhaven in Middenen Zuid-Frankrijk.
Na zijn vaders dood (1422) nam hij de koningstitel aan en werd door zijn tegenstanders spottend le Roi de Bourges genoemd. Karel omringde zich met vrouwen en verkwistende gunstelingen en toonde weinig initiatief bij het voortzetten van de Honderdjarige Oorlog. In de kritieke fase van het beleg van Orléans trad →Jeanne d’Arc op, door wier toedoen Karel in 1429 te Reims gekroond werd. Nadat in 1435 met Filips de Goede de Vrede van Atrecht was gesloten, heroverde Karel Parijs in 1436. Hierna nam Karel met grote energie de regering ter hand: hij onderwierp de geestelijkheid aan de koninklijke macht, ordende de financiën, stelde het leger onder een strengere tucht en wist na de wapenstilstand met Engeland (1444) een vaste belasting in te voeren ten behoeve van een staand leger, waarmee hij na 1449 de Engelsen uit heel Frankrijk, op Calais na, kon verdrijven. Karels latere energie wordt toegeschreven aan de gunstige invloed van zijn maitresse Agnes →Sorel.
Hij omringde zich met goede adviseurs (o.a. Jacques →Coeur). LITT. G.Dufresne de Beaucourt, Hist. de Charles vu et de son époque (6 dln. 1881—91); P.Erlanger, Charles VII et son mystère (1945); C.Desama, Jeanne d’Arc et Charles VII (1966); M.G.A.Vale, Charles VII (1974).
Karel VIII, koning van Frankrijk (1483-98), *30.6. 1470 Amboise, †7.4.1498 Amboise; enige zoon van Lodewijk XI. In 1483 volgde Karel zijn vader op onder regentschap van zijn zuster Anna en zijn zwager Pierre van Beaujeu. Zij brachten Karels huwelijk met Anna van Bretagne tot stand (1491), waardoor Bretagne aan de Franse kroon kwam. In 1492 nam Karel de regering in eigen hand. Uit hoofde van de aanspraken op Napels, die de Franse kroon in 1480 van de Anjou’s had geërfd, wenste Karel zich ook werkelijk in het bezit van deze stad te stellen, teneinde van daaruit een kruistocht tegen de Turken te beginnen. Bij het Verdrag van Étaples (1492) bood hij Hendrik vu van Engeland geld voor zijn afzijdigheid.
Aan keizer Maximiliaan van Oostenrijk stond hij bij het Verdrag van Senlis (1493) de Franche-Comté, Artois en Charolais af, terwijl hij Spanje bij het Verdrag van Barcelona (1493) met Roussillon en Cerdagne poogde te winnen. In 1495 veroverde Karel Napels. Door Maximiliaan, paus Alexander VI, Ferdinand II van Aragon, Milaan en Venetië werd een ‘heilige liga’ tegen Karel gevormd, die zich gedwongen zag naar Frankrijk terug te keren. Op deze terugtocht versloeg Karel de Venetianen bij Fornovo. Napels ging echter verloren. Uitgave: Lettres de Charles VIII, door P.Pélicier (5 dln. 1898-1905).
LITT. E.Berk, Charles III (1959); Y.LabandeMailfert, Charles VIII et son milieu (1975).
Karel IX, koning van Frankrijk (1560 -74), *27.6.1550 Saint-Germain-en-Laye, †30.5.1574 Vincennes; tweede zoon van Hendrik II en Catharina de’ Medici. Karel volgde in 1560 zijn broer Frans II op onder regentschap van zijn moeder, die hem in 1563 meerderjarig het verklaren, maar het regentschap tot 1570 bleef uitoefenen. In zijn streven katholieken en hugenoten met elkaar te verzoenen raakte Karel onder invloed van de hugenoot De Coligny, die hem adviseerde de anti-Habsburgse politiek te hervatten. Nadat in 1572 was besloten tot steun aan de tegen Spanje in opstand gekomen Nederlanden, intervenieerde Karels moeder door middel van een mislukte aanslag op De Coligny. In aug. 1572 dwong zij Karels toestemming af voor het bloedbad van de →Bartholomeüsnacht. Tot het eind van zijn leven had Karel wroeging hierover.
LITT. L.Romier, Catholiques et huguenots a la cour de Charles IX (1924); P.Champion, Charles IX, la France et le controle de l’Espagne (2 dln.1939); K.Kupisch, Coligny (1951).
Karel X, koning van Frankrijk (1824—30), * 9.10.1757 Versailles, †6.11.1836 Gorizia; jongste broer van Lodewijk XVI en Lodewijk XVIII. Karel speelde, als graaf van Artois, in het begin van de Franse Revolutie een dubbelzinnige rol. Door zich tegen de ‘derde stand’ en de politici die deze stand tegemoet wilden komen op arrogante wijze uit te spreken, ondermijnde hij de positie van het koninklijk huis. Na de bestorming van de Bastille (7.7.1789) week hij uit en werd leider van de contrarevolutionairen, echter op zulk een ondoordachte wijze, dat hij tot de ondergang van het Franse koningshuis bijdroeg. In 1814 werd Karel namens zijn broer Lodewijk XVIII, regent en in 1824 volgde hij hem op. Als spil van de extreem rechtse groeperingen van hoge adel en geestelijkheid streefde hij naar terugkeer tot het ‘ancien régime’ en invoering van een absolute heerschappij der Rooms-Katholieke Kerk op maatschappelijk en geestelijk gebied.
Op 29.5.1825 werd hij volgens de oude ceremoniën te Reims gekroond, waarmee hij het sacrale karakter van het koningschap wilde accentueren. Door zijn diepe verachting voor al wat niet hoog-adellijk was, verloor Karel ieder contact met de politieke en sociale realiteit van zijn dagen. De benoeming van het ‘liberale’ kabinet-Martignac (1828—29) mocht niet baten. In 1829 wees Karel de reactionaire en ultramontaanse prins de Polignac als eerste minister aan, wiens regeringsprogram in mrt. 1830 zo sterk werd gehekeld, dat de Kamer ontbonden moest worden. Toen de verkiezingen ongunstig uitvielen, nam Karel zijn toevlucht tot de afkondiging van de Juli-ordonnanties, die aanleiding waren tot de →Julirevolutie en die tot zijn val en de troonsbestijging van →Louis-Philippe leidden. Karel nam de wijk naar Engeland en ging in 1832 naar Oostenrijk. LITT.
J.Lucas-Dubreton, Charles x (1927); J.P. Garnier, Charles x (1967); V.W.Beach, 1825, the decisive year of Charles x’s reign (1967); R.de Castries, La fin des rois, dl. 3, Charles x (1972); J. Cabanis, Charles x (1972).
GELRE Karel van Egmond, hertog van Gelre (1492—1538), *9.11.1467 Grave, †30.6.1538 Arnhem; zoon van Adolf van Gelre en Catharina de Bourbon. Karel werd met zijn vader door de Bourgondische hertog Karel de Stoute gevangengezet te Gent. Hij werd later vrijgelaten, streed aan de zijde van de Bourgondiërs en viel in de Slag bij Béthune in handen van de Fransen (1487). In 1492 werd Karel door de Gelderse steden losgekocht; hij werd in Gelre door de steden en enkele edelen als hertog erkend. Keizer Maximiliaan en later hertog Filips de Schone van Bourgondië erkenden hem niet. Maximiliaan boekte in zijn oorlogen tegen Karel geen succes.
Na 1504 moest Karel zich echter aan Filips de Schone onderwerpen. Hij hervatte na de dood van Filips (1506), gesteund door Frankrijk, de strijd, die in 1513 voorlopig besloten werd door een wapenstilstand tussen Karel en landvoogdes Margareta van Savoye. Meer en meer werd Karel van Egmond beschouwd als de voorvechter van de gewestelijke onafhankelijkheid. zo werd hij gesteund door de edelen en steden van het Nedersticht, door de edelen en steden van het Nedersticht, door de Friezen en tenslotte te hulp geroepen door Groningen (1514). Toen echter bleek t Karel niet van zins was de Friezen hun vrijheid terug te geven, wendden zij zich van hem af en Karel V zijn gezag in Friesland vestigen (1524). In de oorlogen van Karel V met Frankrijk steunde Karel van Egmond de Franse koning. In 1528 moest hij met Karel V het Verdrag van Gorinchem sluiten, waarbij hij van alle gezag in Nederen Oversticht afzag.
Langzamerhand nam zijn invloed af, mede ten gevolge van de plundertochten door zijn veldheer Maarten van Rossum. Karel van Egmond stierf kinderloos. Willem van Gulik en Kleef werd als erfgenaam erkend.
LITT. J.E.A.L.Struick, Gelre en Habsburg (1960); A.W.E.Dek, Geneal. der heren en fraven van Egmond (1970).
GROOT-BRITTANNIË Karel I Stuart, koning van Groot-Brittannië (1625— 49), *19.11.1600 Dunfermline (Schotland), †(terechtgesteld) 30.1.1649 Londen; zoon van Jakobus I. Karel huwde in 1625 de rooms-katholieke Henriëtte de Bourbon en volgde in hetzelfde jaar zijn vader op, wiens absolutistische streven hij voortzette. De mislukking van de buitenlandse politiek (oorlog met Spanje, steun aan de Franse hugenoten) van zijn gunsteling →Buckingham noopte Karel echter in 1628 een beroep te doen op het parlement, dat hem de →Petition of Rights afdwong. Dit parlement werd echter, na verzet tegen Karels kerkelijke politiek, al in 1629 ontbonden, waarna de koning elf jaar alleen regeerde. De maatregelen van zijn ministers Strafford en Laud (eigenmachtige belastingheffing, invoering van een episcopaal kerksysteem) wekten toenemend verzet en toen Laud trachtte de anglicaanse liturgie (Book of Common Prayer) in het presbyteriaanse Schotland voor te schrijven, kwamen de Schotten, die in 1638 het →covenant tegen kerkvernieuwing sloten, in verzet. Het Korte Parlement (april 1640) dat door Karel bijeen werd geroepen om middelen voor een gewapend optreden te verkrijgen, werd na drie weken ontbonden.
Een nieuw parlement (het Lange Parlement, nov. 1640) bleek evenmin geneigd de koning te gehoorzamen, stelde de ministers in staat van beschuldiging en dwong Karel het doodvonnis van Strafford te tekenen. Wederzijdse onbuigzaamheid, de voortdurende agitatie tegen het episcopaat en een antiprotestantse opstand in Ierland leidden in 1642 tot de →Great Rebellion (1642—46), waarbij het parlement door de Schotten werd gesteund. Na de overwinning van het parlementsleger (→Cromwell) trachtte Karel parlement, Schotten en leger, waarin de Independenten de toon aangaven, tegen elkaar uit te spelen. Hij verloor het vertrouwen van allen en viel tenslotte in handen van de Independenten, die zich meester maakten van het parlement (Pride ’s purge), Karel als tiran ter dood veroordeelden en hem op het schavot terechtstelden. Uitgave: Letters, speeches and proclamations of king Charles I, door C.Petrie (1935). LITT. E.C.Wingfield-Stratford, Charles I (3 dln. 1949—50); C.V.Wedgwood, The Great Rebellion (2 dln. 1962); C.V.Wedgwood, A coffin for king Charles: the trial of Charles I (2 dln. 1964); I.Roots, The Great Rebellion (1966).
Karel II Stuart, koning van Groot-Brittannië (1660— 85), *29.5.1630 Londen, †6.2.1685 Londen; zoon van Karel I. Karel werd na de terechtstelling van zijn vader tot Schots koning gekroond (1651), maar door Cromwell bij Worcester verslagen (3.9.1651), waarop hij naar Frankrijk vluchtte. Na de FransEngelse Vrede (1655) verbleef hij in de Spaanse Nederlanden en bij zijn zuster, weduwe van stadhouder Willem II, te Breda. Zijn restauratie op de troon (1660), in het na de dood van Cromwell verwarde Engeland, betekende het herstel van de rechten van het parlement, dat zich de eerste jaren sterk royalistisch toonde (Cavalier parliament).
Karel was zeer vrijzinnig op politiek, religieus en moreel gebied. Hij huwde in 1662 Catharina van Portugal. Ondanks voortdurend geldgebrek voerde hij een grote staat en had vele maîtressen (o.a. lady Castlemaine, Nell Gwyn, Louisse de Quérouailles). In zijn politiek zocht hij toenadering tot Frankrijk. Hoewel hij na de ongelukkige handelsoorlog tegen de Noordned. Republiek (1665—67), waarop Clarendon door het →Cabalministerie werd vervangen, met de Republiek en Zweden de Triple Alliantie sloot (1668), sloot hij in 1670 het geheime Verdrag van Dover met Frankrijk, dat hij voor financiële en militaire steun zijn overgang naar het rooms-katholieke geloof en een aanval op de Noordned.
Republiek in het vooruitzicht stelde. Deze politiek wekte in Engeland verzet, de oorlog met de Republiek (1672—74) vond weinig instemming en Karels poging de in religieuze zaken tolerante Act of Indulgence door te voeren werd door het parlement beantwoord met de Test Act (1673), die niet-anglicanen uitsloot van ambten. Hierop viel het Cabalministerie uiteen en werd vrede gesloten. De volgende jaren nam de spanning tussen koning en parlement toe. Karel steunde op een hofpartij, maar zijn tegenstanders (in deze tijd kwamen de namen Tories en Whigs voor de twee richtingen op) dreven het huwelijk door van Maria (dochter van de waarschijnlijke troonopvolger, Karels rooms-katholieke broer, de hertog van York, de latere Jakobus II) en stadhouder Willem III van Oranje (1677). Na gerucht van een rooms-katholieke samenzwering (Popish plot) werd de Test Act ook voor parlementsleden van kracht verklaard (1678), de Habeas Corpus Act tegen koninklijke willekeur aangenomen en zelfs op uitsluiting van de hertog van York aangedrongen. Door dit alles kwam in Engeland een eerste begin van een parlementair regeringsstelsel tot ontwikkeling.
Na 1678 volgde een Tory-reactie. Karel, gesubsidieerd door Frankrijk, ontbond het parlement (1681), bracht de stedelijke besturen in handen van de Tories en wist zich, na een aanslag op zijn leven (Rye House plot, 1683) van een aantal Whigleiders te ontdoen. Het parlement werd niet meer bijeengeroepen. Karel bevorderde wetenschap en vooral zeevaartkunde. Op zijn sterfbed ging hij over tot het rooms-katholicisme.
LITT: D.Ogg, England in the reign of Charles II (2 dln. 1934); G.N.Clark, The later Stuarts (1934); P.Geyl, Oranje en Stuart (1939); A.Bryant, King Charles II (1949); H.W.Chapman, The tragedy of Charles II (1964).
Karel Eduard Stuart, bijgenaamd: The Young Pretender, *31.12.1720 Rome, †30.11.1788 Rome; zoon van de nooit aan de regering gekomen Jakobus III. Nadat zijn vader zich had teruggetrokken (1735), deed Karel, die zich ‘prins van Wales’ noemde, een poging de Engelse troon te herwinnen tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog. De invasievloot werd echter door storm uiteengeslagen en Frankrijk zag af van toegezegde steun. Karel zette zijn plan alleen door, landde in 1745 in Schotland en vond bijval van diverse clans, zodat hij op 18.9.1745 te Edinburgh zijn vader tot koning (Jacobus VIII) van Schotland kon laten uitroepen. Hierop viel hij met een Schots leger Engeland binnen, maar de verwachte opstand bleef uit, Frankrijk zond geen hulp en de Schotten, weinig genegen de Stuarts ook op de Engelse troon te herstellen, deserteerden in groten getale. Zijn verzwakt leger werd in 1746 bij Culloden door ‘Butcher’ →Cumberland vernietigd.
Karel ontkwam ternauwernood naar Frankrijk, waar hij echter krachtens een bepaling van de Vrede van Aken (1748) werd uitgewezen. Hij reisde een aantal jaren rond in Europa (Bonnie prince Charlie) en vestigde zich in 1766 in Italië.
LITT. C.Petrie, The Jacobite movement II (1950). Karel Philip Arthur George, kroonprins van Engeland, prins van Wales, →Charles.
LOTHARINGEN Karel van Neder-Lotharingen,
*945, †993 Orléans; zoon van de Westfrankische koning Lodewijk IV (Louis d’Outremer). In 980 sloot zijn broer Lotharius vrede met de Duitse keizer Otto II, aan wie Lotharingen werd afgestaan, met welk gebied Karel vervolgens werd beleend. In 987 verzette Karel zich tegen de opvolging van zijn neef Lodewijk V (le Fainéant) door Hugo Capet, welk verzet hij in 991 moest staken. Door de bisschop van Laon verraden, viel hij in handen van Hugo Capet en stierf in de gevangenis te Orléans.
LITT: F.Lot, Les derniers Carolingiens (1891). NAPELS EN SICILIË Karel I van Anjou, graaf van Anjou (1246—85), koning van Napels en Sicilië (1266—85, *1226, †7.1.1285 Foggia; jongste zoon van Lodewijk VIII van Frankrijk en Bianca van Castilië. Karel werd in 1246 door zijn broer Lodewijk IX beleend met Anjou en Maine; hij huwde in 1246 Beatrix van Provence, dochter van Raymond Bérenger V, graaf van Provence, waardoor ook dit gebied hem toekwam. Karel vergezelde in 1248 Lodewijk IX op de zesde kruistocht, maar werd samen met hem gevangengenomen. In 1250 keerde hij terug, penetreerde in Italië en veroverde in 1257 Marseille en in 1259 delen van Piëmont. Paus Urbanus V bood hem in 1262 het koningschap aan van Napels en Sicilië, in ruil voor zijn hulp tegen de Hohenstaufen. Gebruik makende van de familiegeschillen tussen Dampierre en Avesnes in de Nederlanden, wist Karel enige tijd Henegouwen in zijn bezit te krijgen.
In Italië betwistte Manfred, zoon van keizer Frederik II, Karel zijn gebieden, maar werd verslagen (bij Benevento, 1266), evenals Konradijn, kleinzoon van Frederik II, in 1268. Karel breidde sindsdien zijn invloed uit in Lombardije en Toscane, ondernam acties op de Balkan en streefde naar de hegemonie op de Middellandse Zee. Karels autocratisch regime, uitgedragen door zijn Provençaalse edelen, droeg in zich de kiem van hereniging van Italië onder één vorst, maar riep tevens door de zware belastingdruk verzet op in Zuid-Italië. Hiervan maakte Pedro III van Aragon, schoonzoon van Manfred, gebruik door de opstand van de →Siciliaanse Vespers (tweede paasdag 1282) in zijn voordeel uit te buiten en zich van Sicilië meester te maken. Zijn zoon werd koning van Sicilië. Karel stierf te Foggia, toen hij klaar stond om Sicilië te heroveren.
LITT: E.Léonard, Les Angevins de Naples (1954). Karel II van Anjou, koning van Napels en Sicilië (1285—1309), *1254, †5.5.1309; zoon van Karel I, gehuwd met Maria van Hongarije, dochter van Stefanus V. Na de →Siciliaanse Vespers (1282) streed hij tegen Aragon. In 1284 viel hij in Spaanse handen en werd pas in 1288 vrijgelaten. Karel wist de macht van de Anjous in Provence te herstellen, maar moest in 1302 definitief van Sicilië afzien. Het lukte hem voor zijn zoon Karel Robert de Hongaarse koningskroon te verwerven.
LITT: E.Léonard, Les Angevins de Naples (1954).
NAVARRA Karel de Boze, koning van Navarra (1349—87), *1332, †1.1.1387; zoon van Filips van Evreux (III van Navarra) en Johanna van Navarra, dochter van de Franse koning Lodewijk X. Karels leven was een aaneenschakeling van intriges. In de →Honderdjarige Oorlog spande hij samen met Engeland, later met diverse Franse partijen, waardoor hij Franse lenen en Normandië verwierf. Hij verloor Normandië toen bleek dat Karel in overleg met Engeland een aanslag op de Franse koning beraamde. Door zijn noodlottige politiek werd Navarra aan Castilië ondergeschikt (1379).
LITT: E.Meyer, Charles, roi de Navarre (1898). OOSTENRIJK Karel, aartshertog van Oostenrijk, *5.9.1771 Florence, †30.4.1847 Wenen; derde zoon van keizer Leopold II. Karel was van 1793—94 gouverneur-generaal van de Zuidelijke Nederlanden. Hij werd in 1796 tijdens de Eerste →Coalitieoorlog bevelhebber van het Rijnleger. Karel dreef de Fransen naar het westen terug, maar moest als gevolg van de Franse successen in Italië de Voorvrede van Leoben sluiten (1797). Hij had van 1799—1800 weer het commando aan de Rijn. In 1801 werd Karel Hofkriegsratpräsident.
Hij kreeg in 1805 het bevel over de troepen in Noord-Italië. Karel was van 1806—09 opperbevelhebber en minister van Oorlog. Hij verzette zich tegen de oorlog van 1809, waarin Frankrijk Oostenrijk opnieuw versloeg.
LITT: W.John (red.), Erzherzog Karl (1913).
Karel I, keizer van Oostenrijk (1916—18), *17.8.1887 Persenbeug (Neder-Oostenrijk), †1.4.1922 Funchal (Madeira). Karel werd in 1914 als gevolg van de moord op Frans Ferdinand de vermoedelijke troonopvolger van zijn oudoom keizer Frans Jozef. Karel probeerde tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914—18) in 1917 vergeefs een afzonderlijke vrede met de Geallieerden te sluiten (Sixtusaffaire). Hij zag evenmin kans de Donaumonarchie te redden door deze te elfder ure een federale structuur te geven (okt. 1918). In nov. 1918 trad Karel af, in 1921 trachtte hij nog tweemaal zijn Hongaarse koningschap te herstellen, waarna de Geallieerden hem naar het eiland Madeira verbanden.
LITT: R.Lorenz, Kaiser Karl und der Untergang der Donaumonarchie (1959); G.Brook-Shepherd, Um Krone und Reich (1968); H.Hoyos, Kaiser Karl und Conrad von Hötzendorf (1972).
PORTUGAL Karel I, →Carlos I.
ROEMENIË Karel I, →Carol I.
Karel II, →Carol II.
SAKSEN-WEIMAR Karel Augustus, hertog van Saksen-Weimar (1758—1828), *3.9.1757 Weimar, †4.6.1828 Graditz. Karel kwam onder regentschap van zijn moeder Anna Amalia, werd opgeleid door de schrijver Wieland en nam in 1775 zelf de regering over. Karel haalde Goethe, Herder en Schiller naar Weimar, dat het voornaamste Duitse cultuurcentrum van die tijd werd. Hij ijverde voor Duitse eenheid (Vorstenbond 1785) en volgde in het algemeen de Pruisische buitenlandse politiek tot de Franse overwinningen van 1806 hem in 1807 noopten tot toetreding tot de Rijnbond. In 1813 kon Karel zich weer aansluiten bij de anti-Franse coalitie. In 1815 werd zijn gebied uitgebreid en kreeg hij de titel van groothertog. In 1816 verleende Karel zijn land een grondwet. Uitgave: Correspondentie met Goethe, door H.Wahl (3 dln. 1915—18).
LITT: W.Andreas, Karl August von Weimar (1953); U.Crämer, Karl August und der deutsche Fürstenbund (1961).
SARDINIË Karel Albert van Savoye, koning van Sardinië (1831 — 49), *12.10.1798 Turijn, †28.7.1849 Oporto; zoon van Karel Emanuel van Savoye-Carignan. Toen zijn neef Victor Emanuel I troonsafstand deed (1821) in Sardinië ten behoeve van zijn broer Karel Felix, werd Karel Albert als regent aangewezen. Hij bevestigde onmiddellijk de constitutie van 1812, die door Karel Felix echter weer werd ingetrokken. Karel Albert verliet Turijn en vestigde zich te Florence. In 1823 nam hij als vrijwilliger deel aan de Franse expeditie naar Spanje, waardoor hij veel goodwill verspeelde; hij werd echter door Karel Felix begenadigd, die hij in 1831 opvolgde. Als koning bracht Karel Albert, hoewel wars van liberale beginselen, een groot aantal hervormingen tot stand en regeerde in vrijzinnige geest.
Tijdens het revolutiejaar 1848 stond hij een grondwet toe. Opstanden in Lombardije en Venetië deden hem in mrt. 1848 aan Oostenrijk de oorlog verklaren. Op 25.7.1848 werd hij verslagen bij Custozza. Toen de republikeinse elementen in Italië de overhand dreigden te krijgen, nam Karel Albert onder invloed van de gelijktijdige Hongaarse opstand, in mrt. 1849 andermaal de wapenen op, maar werd wederom verslagen (bij Novara, 23.3.1849). Karel Albert deed daarop afstand ten gunste van zijn zoon Victor Emanuel (II).
LITT: C.de Beauregard, La jeunesse du roi Charles Albert (1888); C.de Beauregard, Les dernières années du roi Charles Albert (1890); A.di Saluzzo, Carlo Alberto dalla restaurazione all’avvenimento al trono (1926).
Karel Emanuel I, koning van Sardinië (1730-73), *27.4.1701 Turijn, †20.2.1773 Turijn. Karel Emanuel werd koning in 1730, steunde de Oostenrijkse aartshertogin Maria Theresia tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog en verwierf daardoor een gedeelte van Lombardije. Als aanhanger van het verlichte absolutisme verbeterde hij de financiën, waardoor hij in staat was het leger te reorganiseren, en schafte hij een aantal feodale lasten af, waarbij hij de steun genoot van zijn minister Bogino.
Karel Emanuel II, koning van Sardinië (1796—1802), *24.5.1751 Turijn, †6.10.1819 Rome. Karel Emanuel volgde in 1796 zijn vader Victor Amadeus III, die afstand had gedaan, op. Na de Franse inval in zijn rijk in 1798 verliet hij Piëmont en vestigde zich op Sardinië. Zijn bezittingen op het vasteland van Italië werden bij Frankrijk ingelijfd, toen Karel Emanuel in 1802 afstand deed van de regering ten gunste van zijn broer Victor Emanuel I. Hij vestigde zich in Rome en werd in 1815 jezuïet.
Karel Felix, koning van Sardinië (1821—31), *6.4. 1765 Turijn, †27.4.1831 Turijn; zoon van Victor Amadeus III. Karel Felix nam deel aan de coalitieoorlogen tegen Frankrijk. Van 1799—1806 en van 1817—21 was hij onderkoning van Sardinië. Nadat zijn broer Victor Emanuel I in 1821 afstand had gedaan, werd hij koning van Sardinië. Tijdens zijn aanvankelijke afwezigheid trad zijn neef Karel Albert, die hem in 1831 zou opvolgen, op als regent. Deze vaardigde een constitutie uit, die door Karel Felix weer werd ingetrokken. De o.a. hieruit ontstane onlusten werden met Oostenrijkse steun onderdrukt, waarna hij een reactionair regime vestigde.
SAVOYE-PIËMONT Karel Emanuel I, hertog van Savoye-Piëmont (1580— 1630), *12.1.1562 Slot Rivoli, †26.7.1630 Savillon. Karel Emanuel volgde in 1580 zijn vader, Emanuel Philibert, op en huwde in 1585 Catharina, dochter van Filips II van Spanje. Onder invloed van zijn schoonvader voerde Karel Emanuel een pro-Spaanse politiek. Hij maakte zich meester van het markgraafschap Saluzzo. Na de geslaagde acties van de Contrareformatie in Zwitserland, zocht hij toenadering tot de rooms-katholieke kantons. Een poging om Genève te veroveren mislukte. Bij de Vrede van Lyon met Frankrijk (1601) verwierf Karel Emanuel enige gebiedsuitbreiding in de Provence.
Karel Emanuel II, hertog van Savoye-Piëmont (1638—75), *20.6.1634, †12.6.1675; zoon van Victor Amadeus I. Karel Emanuel volgde in 1638 zijn broer Frans op als hertog, onder regentschap van zijn moeder Catharina, zuster van de Franse koning Lodewijk XIII. Deze behield haar positie tot 1663 en koerste in pro-Franse richting, waardoor Savoye vrijwel tot een Franse vazalstaat werd gemaakt. Karel Emanuel vervolgde de Waldenzen, hetgeen Engelse interventie (Cromwell) tot gevolg had. Hij bevorderde in zijn gebied de handel en de kunst. Karel Emanuel III, →Karel Emanuel I, koning van SARDINIË.
SPANJE Karel I →Karel V, DUITSE RIJK Karel II, koning van Spanje (1665—1700), *11.11. 1661 Madrid, †1.11.1700 Madrid; zoon van Filips IV. Reeds bij zijn troonopvolging werd vermoed, dat de zwakke, achterlijke Karel, die geen lang leven beschoren scheen, geen nakomelingen zou krijgen, zodat Habsburgse en Franse aanspraken op de toekomstige Spaanse erfenis van voortdurende invloed werden. Karel kwam onder regentschap van zijn moeder Maria-Anna van Oostenrijk, die zich geheel liet leiden door haar biechtvader, de jezuïet Nidhart. Deze werd in 1669 verwijderd door een natuurlijke zoon van Filips IV, don Juan, die in 1677 ook Maria-Anna en een nieuwe gunsteling Valenzuola verdreef. Don Juan sloot vrede met Frankrijk ten koste van de Franche-Comté (1678) en liet Karel trouwen met een Franse prinses, Marie-Louise van Orléans, die echter spoedig stierf. Na de dood van don Juan (1679) werd Maria-Anna teruggeroepen en deze kon kort vóór zij stierf (1689) het huwelijk van Karel met Maria-Anna van Neuburg, verwant aan de Habsburgers, bewerken. Karel, voortdurend belaagd door intriganten van beide partijen, wees op zijn sterfbed Filips van Anjou als universeel erfgenaam aan, om verdeling van zijn rijk te voorkomen; een beslissing die de Spaanse →Successieoorlog tot gevolg had.
LITT: L.Pfandl, Karl II (1940); G.Maura Gamazo, Vida y reinado de Carlos II (3 dln. 1942);; J.Nada, Carlos the Bewitched (1962).
Karel III, koning van Spanje (1759—88), *20.1.1716 Madrid, †14.12.1788 Madrid; zoon van Filips V, halfbroer en opvolger van Ferdinand VI. Karel was sinds 1735 koning van Napels, waar hij zich in 1759 liet opvolgen door zijn derde zoon (de oudste was zwakzinnig en de tweede ging als kroonprins mee naar Spanje). Karels ideeën waren sterk beïnvloed door de Franse Verlichting. Zijn overijlde, tirannieke hervormingsdrang (hij dwong de bevolking onder militaire controle zich anders te kleden!) leidde tot opstand, waardoor Karel Madrid tijdelijk verliet en de bevolking voortaan voorzichtiger aanpakte. Zegenrijk was de economische activiteit van Karel: de →alcabala werd gehalveerd, het transportwezen verbeterd, de openbare veiligheid vergroot, de landbouw door irrigatie en interne kolonisatie bevorderd en de adel tot meer economische en sociale activiteit aangespoord. Deze maatregelen hadden een flinke bevolkingstoename tot gevolg.
Karels verlichte denkbeelden spraken ook uit de verbanning van de jezuïeten (1767), beperking van de inquisitie en een herziening van leerboeken en onderwijs naar de nieuwste natuurwetenschappelijke inzichten (edict van 1771). Door aansluiting bij Frankrijk in het derde Bourbonse familietraktaat (1761) raakte Spanje in oorlog met Engeland, waarbij Florida verloren ging, wat door Frankrijk met afstand van Louisiana aan Spanje werd gecompenseerd. In een volgende oorlog tegen Engeland (1779—83) ter ondersteuning van de opstandige Amerikaanse koloniën, werd Florida herwonnen. In 1783—84 liet Karel de Algerijnse kapers afstraffen. Zijn levenseinde werd vergald door de wetenschap dat zijn derde zoon een even onwaardig als incapabel opvolger zou zijn.
LITT: R.Herr, The eighteenth-century revolution in Spain (1958); R.Casado, La politica y los politicos en el reinado de Carlos III (1962).
Karel IV, koning van Spanje, (1788—1808), *12.11. 1748 Napels, †20.1.1819 Napels; zoon en opvolger van Karel III. Karel, te indolent om zich met staatszaken te bemoeien, liet de regering over aan zijn vrouw Maria Louise van Parma en haar gunsteling M.de →Godoy. Toen kroonprins Ferdinand in opstand kwam tegen het wanbeleid van De Godoy, trad Karel af, waarop keizer Napoleon vader en zoon naar Bayonne ontbood (1808) en hen tot afstand bracht ten bate van Jozef Bonaparte. Karel sleet zijn verdere leven in Italië.
VLAANDEREN Karel de Goede, graaf van Vlaanderen (1119—27), †(verm.) 2.3.1127 Brugge; zoon van de Deense koning Knoet IV en van Adela, dochter van graaf Robrecht de Fries. Na de moord op Knoet (10.7.1086) werd Karel in Vlaanderen aan het grafelijke hof opgevoed. Zijn kinderloze neef Boudewijn VII wees hem als zijn opvolger aan. Karel trof krachtige maatregelen tegen de oorlogen die zijn graafschap teisterden. Een hevig geschil met een geslacht van onvrije ridders was oorzaak van de moord op hem in de Brugse burchtkerk. Hij werd als een martelaar beschouwd en naderhand als gelukzalige vereerd (feestdag 2 mrt.).
ZUIDELIJKE NEDERLANDEN Karel Alexander van Lotharingen, landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden (1744—80), *12.12.1712 Lunéville, †4.7.1780 Tervuren; broer van de Oostenrijkse keizer Franz I. Karel nam deel aan de Oostenrijkse oorlogen in de Balkan en in Bohemen. In 1744 huwde hij Maria-Anna, zuster van keizerin Maria-Theresia; in hetzelfde jaar kwam hij als landvoogd naar Brussel, maar moest in het kader van de Oostenrijkse Successieoorlog dadelijk als opperbevelhebber van het leger naar Duitsland. Na de Vrede van Aken (1748) kwam hij naar de Nederlanden terug. Tijdens de Zevenjarige Oorlog (1756— 63) leed hij in Bohemen een nederlaag tegen koning Frederik II van Pruisen. Als landvoogd was Karel van weinig betekenis; zijn populariteit kwam echter de Oostenrijkse politiek ten goede.
ZWEDEN Karel I t/m VI waren legendarische figuren.
Karel VII, koning van Zweden (1161—67), †1167 Visingö. Karel regeerde al van 1155—61 over Gotland. Van zijn regering is weinig bekend.
Karel VIII, (Knutsson Bonde), koning van Zweden (1448—57, 1464—65,1467—70), *1408, †1470. Karel verzette zich tegen de Deense overheersing in Zweden. In 1440 probeerde hij vergeefs de keuze van Christoffel III tot koning van Zweden te verijdelen. Na Christoffels dood (1448) verhief de Zweedse rijksdag Karel tot koning. Karel werd twee maal ten val gebracht (door de unionisten, d.w.z. diegenen die de Unie van Kalmar wilden bestendigen) en twee maal op de troon hersteld.
Karel IX, koning van Zweden (1604—11), *4.10.1550 Stockholm, †30.10.1611 Nyköping; jongste zoon van Gustaaf I Wasa. Toen Karels neef (oomzegger), de rooms-katholieke koning Sigismund, koning van Zweden was geworden (1594) en het land zijn geloof wilde opleggen, leidde Karel het protestantse verzet. Karel werd in 1595 door de rijksdag tot rijksbestuurder verheven en versloeg in 1598 Sigismund bij Stangebro, waarop hij het laatste verzet van de edelen bloedig onderdrukte. Behalve tegen Polen voerde Karel, die pas in 1604 zelf de koningstitel aannam en in 1607 werd gekroond, oorlog tegen Denemarken en Rusland.
LITT: A.Hermansson, Karl IX och städerna (1962).
Karel X Gustaaf, koning van Zweden (1654—60), *8. 11.1622 Nyköping, †13.2.1660 Göteborg; kleinzoon van Karel IX, zoon van Johan Casimir van PaltsZweibrücken. Karel vocht in de Dertigjarige Oorlog, werd in 1648 opperbevelhebber van de Zweedse strijdkrachten in Duitsland en in 1649 troonopvolger. Hij streed met behulp van Brandenburg tegen Polen, viel in 1657 Denemarken aan en dwong dit land bij de Vrede van Roskilde (1658) tot afstand van de provincies Blekinge, Bohuslän, Halland en Schonen. Karel hervatte de oorlog, maar zijn poging Kopenhagen te bezetten werd verhinderd. Hij stierf tijdens de voorbereiding van een campagne tegen Noorwegen.
LITT: A.Stade, Erik Dahlberg och Carl X Gustafs krigshistoria (1967).
Karel XI, koning van Zweden (1660—97), *24.11. 1655 Stockholm, †5.4.1697 Stockholm; zoon van Karel X. Karel raakte in 1672 als bondgenoot van Frankrijk in oorlog met de Noordned. Republiek en Brandenburg. Zweden leed nederlagen, kwam ook in conflict met Denemarken, maar slaagde er toch in zonder gebiedsverlies uit de oorlog te komen. Karel reorganiseerde bestuur, leger en vloot en brak de macht van de adel.
LITT. A.Åberg, Karl XI (1958).
Karel XII, koning van Zweden (1697—1718), *27.6. 1682 Stockholm, †(gesn. of verm.) 11.12.1718 bij Frederikshall; zoon van Karel XI. Karel kwam in oorlog met Denemarken, Polen, Saksen en Rusland (Grote →Noordse Oorlog, 1700—21), versloeg de eerste drie landen en dwong hen tot vrede, maar werd in 1709 bij Poltava (Oekraïne) beslissend verslagen door tsaar Peter de Grote. Karel vluchtte naar Turkije, dat hij bewoog tot een oorlogsverklaring. De Turken hadden succes, maar Peter de Grote verkreeg niettemin een gunstige vrede van de sultan. Karel werd door de Turken vastgehouden en keerde pas in 1714 naar zijn land terug. Intussen hadden Denemarken, Saksen en Polen, nu gesteund door Hannover en Pruisen, de oorlog hervat. Karel zocht een vergelijk met Rusland en viel Noorwegen aan, maar werd bij een belegering dodelijk door een kogel getroffen.
Karel was een uitstekend veldheer, die vooral opviel door zijn uiterst beweeglijke operatievoering, maar zijn diplomatie was te star om hem de vruchten te doen plukken van zijn vele militaire overwinningen. LITT. Voltaire, Histoire de Charles XII (2 dln. 1731); O.Haintz, Karl XII im Urteil der Geschichte (1936); F.G.Bengtsson, The life of Charles XII (1960); R.M.Hatton, Charles XII (1968).
Karel XIII, koning van Zweden (1809—18) en Noorwegen (1814-18), *7.10.1748 Stockholm, †5.2.1818 Stockholm; tweede zoon van Adolf Frederik. Karel werd na de moord op zijn broer Gustaaf in (1792) regent voor Gustaaf IV Adolf, die in 1796 meerderjarig werd verklaard, en na diens afzetting en abdicatie (13.3.1809) tot koning uitgeroepen. In 1810 adopteerde hij de Franse maarschalk Bernadotte als kroonprins; hij werd spoedig geheel door deze beheerst. In 1812 voegde Zweden zich bij de antiNapoleontische coalitie, wat Karel in 1814 het koningschap over Noorwegen opleverde.
Karel XIV Johan, koning van Zweden en Noorwegen (1818—44), oorspronkelijk Jean Baptiste Bernadotte, *26.1.1763 Pau, †8.3.1844 Stockholm; zoon van een Frans jurist. Karel maakte vroeg carrière in het Franse leger en werd, als echtgenoot van Napoleons jeugdliefde Desirée Clary, door de keizer geprotegeerd. Hij werd aangewezen toen van Zweedse zijde om een Frans generaal als opvolger voor Karel XIII werd verzocht. In 1810 werd hij door de Zweedse standen tot kroonprins gekozen. Toen het Napoleon tegenliep, sloot Karel zich aan bij diens vijanden. In 1812, toen Napoleon Zweeds Pommeren bezette, sloot Karel een verdrag met Rusland, waardoor Zweden definitief afzag van Finland, maar het recht kreeg zich, als compensatie, na de toekomstige overwinning op Frankrijk van Noorwegen (daarvóór Deens) meester te maken.
In 1813 trad Zweden openlijk in oorlog met Frankrijk; Karel had een belangrijk aandeel in de overwinning op Napoleon bij Leipzig. In 1814 palmde Karel Noorwegen in. In 1818 werd hij koning van Zweden en Noorwegen. Al leerde hij nooit Zweeds en al kwam hij door zijn conservatief beleid vaak in botsing met de liberale oppositie, toch was Karel een populaire vorst. LITT. G.Girod de l’Ain, Bernadotte, chef de guerre et chef d’état (1968).
Karel XV, koning van Zweden en Noorwegen (1859—72), *3.5.1826 Stockholm, †18.9.1872 Malmö. Karel werd in 1857 regent van zijn vader Oscar I. Karel was een begaafd man (schrijver, schilder, dichter) en een enthousiast voorstander van de Scandinavische eenheid onder leiding van Zweden. In Zweden en Noorwegen bestonden echter bezwaren tegen nauwe verbinding met Denemarken, dat aan Duitse agressie bloot stond en de andere Scandinavische landen in een Europese oorlog zou kunnen verwikkelen. Zo wilde Karel in 1864 Denemarken te hulp schieten tegen Pruisen en Oostenrijk, maar kon voor deze politiek niet voldoende steun krijgen bij de Zweedse en Noorse parlementen en ministerraden. Bovendien waren ook Rusland en Engeland tegen een Scandinavische Unie, zodat van Karels plannen niets kwam. Werken: En samling dikter (1863), Smärre dikter (1865).
Karel XVI Gustaaf, koning van Zweden (sinds 1973) *30.4.1946 Haga; zoon van prins Gustaaf Adolf. Toen zijn grootvader Gustaaf VI in 1973 stierf, volgde Karel Gustaaf hem op. .