Middelned. Frankische ridderroman uit het begin van de 13e eeuw.
De tekst is bewaard in een vijftal handschriftfragmenten uit het eind van de 14e eeuw, en een zestal oude drukken uit de 15e—16e eeuw. Met Karel I de Grote (768—814) als middelpunt wordt in het verhaal beschreven hoe actuele problemen in het feodale tijdperk werden opgelost. Het ging daarbij vooral om de trouw aan de soeverein van de vazallen, die onderling twistten en hun heer misleidden. In het verhaal wordt Karel tijdens zijn slaap door een engel bevolen uit stelen te gaan. Op zijn tocht ontmoet hij de door hem wegens een licht vergrijp verbannen ridder Elegast, die noodgedwongen als roofridder de rijken besteelt ten bate van de armen. Ondanks alles is hij Karel trouw gebleven.
Samen bestelen ze Karels zwager Eggheric, waarbij Elegast ontdekt dat deze een samenzwering tegen Karel voorbereidt. Bij een tweegevecht doodt Elegast de verrader, wordt in ere hersteld en krijgt Eggherics weduwe, Karels zuster, tot vrouw. Met Gods hulp wordt de orde hersteld. Vanuit de Nederlanden heeft het verhaal een zekere uitstraling gekend over Noorden Oost-Europa, want er zijn Duitse en Scandinavische bewerkingen bekend zoals de Karlmeinet en de Karlamagnus Saga. Opvallend zijn de Oudgermaanse zaken en gebruiken zoals toverspreuken, het wonderkruid waarmee Elegast de dieren kan verstaan en het godsgericht. Uitgaven: door A. M.Duinhoven (1969), door R.Roemans en H.van Assche (1975), door A.M.Duinhoven (1977). LITT.
Cat. tent. Karel ende Elegast, Inst. De Vooys, Utrecht (1969); A.M.Duinhoven, Bijdragen tot reconstructie van de Karel ende Elegast (1975).