Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie T
- teef
- teek
- teel
- teelaarde
- teelgewas
- teelland
- teelt
- teeltkeus, teeltkeuze
- teem
- teemachtig
- teemkous
- teems
- teemsen
- teen
- teenganger
- teenhout
- teer
- teerbak
- teercapsule
- teeremulsie
- teergeld
- teergeliefd
- teergevoelig
- teerhartig
- teerheid
- teerkleed
- teerkleurstof
- teerkost
- teerkwast
- teerling
- teerlingbak
- teerlingen
- teerlingsworp
- teerlingswortel
- teerolie
- teerpenning
- teerpil
- teerspijze
- teerton
- teerwater
- teerzeep
- teetotaller
- Teeuwis
- teffens
- tegal
- tegel
- tegelijk, tegelijkertijd
- tegelvloer
- tegemoetkoming
- tegen
- tegenaan
- tegenaanval
- tegenartikel
- tegenbeeld
- tegenbericht
- tegenbevel
- tegenbewijs
- tegenbezoek
- tegenbod
- tegenboord
- tegencandidaat
- tegendank
- tegendeel
- tegendraads
- tegendruk
- tegendrukking
- tegeneen
- tegeneenaan
- tegeneten
- tegengaan
- tegengesteld
- tegengif(t)
- tegenhanger
- tegenheid
- tegenhouden
- tegenkant
- tegenkanten, zich
- tegenkanting
- tegenkomen
- tegenlachen
- tegenlast
- tegenlegger
- tegenliggend
- tegenligger
- tegenlopen
- tegenmelodie
- tegenmerk
- tegenmijn
- tegennatuurlijk
- tegenomwenteling
- tegenover
- tegenovergelegen
- tegenoverstaan
- tegenoverstaand
- tegenoverstellen
- tegenpartij
- tegenpraten
- tegenrede
- tegenreden
- tegenrekening
