Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie T
- twaalfvoudig
- twee
- twee-en-een-halve-centstuk
- tweearmig
- tweedaags
- tweede
- Tweede Kamer
- tweedehalf
- tweedehands
- tweedekker
- tweedraad
- tweedraads
- tweedracht
- tweedrachtig
- tweedrachtsappel
- tweeërhande, tweeërlei
- tweegevecht
- tweehandig
- tweehoevigen
- tweehonderd
- tweehonderdste
- tweehoofdig
- tweehuizig
- tweejarig
- tweeklank
- tweeledig
- tweelettergrepig
- tweeling
- tweelingwoord
- tweelobbigen
- tweeloop
- tweeloops
- tweemaal
- tweemansschool
- tweemaster
- tweepersoons-ledikant
- tweeregelig
- tweeriemsgiek
- tweern
- tweernen
- tweeschalig
- tweescharig
- tweeschijfsblok
- tweeslachtig
- tweesnijdend
- tweespalt
- tweespan
- tweespraak
- tweesprong
- tweestemmig
- tweestrijd
- Tweestromenland
- tweetal
- tweetalig
- tweeversnellingsnaaf
- tweevlakkig
- tweevlakshoek
- tweevleugeligen
- tweevoetsmaat
- tweevoud
- tweevoudig
- tweewerf
- tweewoonst
- tweezaadlobbigen
- tweezijdig
- tweezitter
- Twente
- Twentenaar
- twenter
- Twents
- twijfel
- twijfelaar
- twijfelachtig
- twijfelarij
- twijfelen
- twijfeling
- twijfellicht
- twijfelmoedig
- twijfelnummer
- twijfelzucht
- twijfelzuchtig
- twijg
- twijgen
- twijghout
- twijn
- twijnderij
- twijndraad
- twijnen
- twijngaren
- twijnhaspel
- twinkelen
- twintig
- twintiger
- twintigerhande, twintigerlei
- twintigjarig
- twintigje
- twintigmaal
- twintigponder
- twintigste
- twintigtal
