Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie T
- taartendeeg
- taarts
- taartschep
- taartschotel
- taartvorkje
- taats
- taatstol
- tabagie
- tabak
- tabakken
- tabakker
- tabaksaandeel
- tabaksas
- tabaksbewerker
- tabaksblad
- tabaksbouw
- tabakscultuur
- tabaksdoos
- tabakseest
- tabaksfabriek
- tabaksfermentatie
- tabakshoek
- tabakskerver
- tabakskerverij
- tabakskomfoor
- tabakskoper
- tabakslood
- tabakslucht
- tabaksmat
- tabaksmolen
- tabaksmonopolie
- tabaksonderneming
- tabakspijp
- tabaksplant
- tabaksplantage
- tabaksplanter
- tabakspot
- tabakspruim
- tabaksrasp
- tabaksregie
- tabaksreuk
- tabaksrol
- tabaksschuur
- tabaksspinner
- tabaksvat
- tabaksveiling
- tabaksveld
- tabakswalm
- tabakswater
- tabakswinkel
- tabakszak
- tabakszand
- tabbaard, tabberd
- tabé
- tabel
- tabellarisch
- tabernakel
- tabernakelen
- tabijn
- Tabitha
- tablatuur
- table dhôte
- tableau
- tablet
- tablier
- taboe
- tabouret
- tabula rasa
- tabulatuur
- tacet
- tach(e)ometer
- tach(e)ometrisch
- tachtig
- tachtiger
- tachtigjarig
- tachtigmaal
- tachtigste
- tachtigvoud
- tachtigvoudig
- tachtigwerf
- tachy
- tachygraaf
- tachygraphie
- tachygraphisch
- Tacitus
- tact
- tacticus
- tactiek
- tactisch
- tactloos
- taël
- taf
- tafel
- tafelamandelen
- tafelappel
- tafelbel
- tafelblad
- tafelbord
- tafelboter
- tafeldame
