v. en o. tabletten (Fr. tablette: 1 platte [dunne] koek [of: koekje] van een voedings- of genotmiddel; 2 inz. verkl. klein plat koekje, pastille, waarin een zekere hoeveelheid v. e. geneesmiddel voorkomt; 3 plaat van hout of andere stof; 4 Z.-N. vensterbank):
1. een tablet chocolade; tabletten voor Maggisoepen;
2. een tabletje broomnatrium;
3. onder het tablet ener serre;
4. een bloempot op de tablet(te).