Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie D
- denkbaar
- denkbeeld
- denkbeeldig
- denkelijk
- denken
- denker
- denkkracht
- denkwijs of -wijze
- denkwijs of -wijze v. -wijzen (eig. wijze van denken: de gezamenlijke meningen, gevoelens)
- denneboom
- dennen
- dennenaald
- dennenappel
- dennenhouten
- dennenlucht
- dennenrups
- dennenscheerder
- dennetak
- denominatief
- densimeter
- densiteit
- dentaal
- dentist
- denunciatie
- Deo gratias
- Deo Optimo Maximo
- Deo volente
- Dep., Dept
- departement
- departementaal
- depêche
- dependentie
- déponent
- deponeren
- deportatie
- deporteren
- dépositaire
- depositaris
- deposito
- deposito- en consignatiekas
- deposito-bank
- depot
- depothouder
- depotoir
- depreciatie
- depressie
- deprimeren
- deputaat
- deputatie
- deraillement
- derailleren
- derangeren
- Derby-day
- derde
- derdehalf
- derdehalf telw. (twee en een half): -halve gulden, ƒ2.50
- derdendaags
- derdepart
- dere
- deren
- dergelljk(e)
- derhalve
- derink
- derivatie
- dermate
- dermatologie
- derogatie
- derrie
- dertien
- dertienavond
- dertiendag
- dertiendehalf
- dertig
- dertiger
- dertiger m. -s (man van tussen 30 en 40 jaar): een dikke (of: goede) -, een eind over de dertig
- dertigjarig
- derven
- derving
- derwaarts
- derwijze
- derwisch
- des
- desa
- desalniettemin
- desavoueren
- desbetreffend
- desbewust
- descendenten
- descendentie
- descente
- descriptie
- desem
- desemen
- deserteren
- deserteur
- desertie
- desespereren
- desgelijks
- desgevorderd
- desideratum