Van de moderne kunstvezels, waarvan tegenwoordig een aanzienlijk deel van onze kleding wordt vervaardigd, is rayon de oudste.
De eerste rayonvezel werd in 1891 gemaakt door de Franse geleerde Hilaire, graaf de Chardonnet. Als grondstoffen voor zijn produkt gebruikte hij houtpulp en katoenpluis. Met behulp van bepaalde chemische stoffen veranderde hij die grondstoffen in een dikke, stroopachtige vloeistof, die hij vervolgens door een plaat met speldepuntdunne gaatjes perste. Op die wijze ontstonden fijne draadjes, die met behulp van andere chemicaliën werden gehard en die vervolgens werden samengebundeld tot dikkere weefdraden.
De nieuwe vezel heette aanvankelijk ‘kunstzijde’. De naam rayon ontstond pas 25 jaar later, toen de vinding van De Chardonnet in de Verenigde Staten werd toegepast. Aanvankelijk voelde het publiek er weinig voor rayon weefsels te kopen. Toen de rayonproduktie in de Verenigde Staten op gang kwam, was de kwaliteit van deze kunstvezel echter aanzienlijk verbeterd en kreeg de koper vertrouwen in het nieuwe produkt. Tegenwoordig worden er jaarlijks grote hoeveelheden rayon vervaardigd, verwerkt en verkocht. Met de meeste andere kunstvezelsoorten heeft de rayonvezel gemeen, dat hij glad en rond is, daardoor geen water en geen vuil opneemt, weinig kreukt en praktisch niet slijt.