Van alle hoenderachtige vogels is de pauw zonder enige twijfel de mooiste. Zijn prachtige verenkleed heeft al sinds mensenheugenis bewondering getrokken en de Romeinen beschouwden het dier als de trouwe metgezel van Juno, de echtgenote van hun oppergod Jupiter.
Reeds sinds de vroegste tijden is de pauw dan ook als huisdier gehouden.De pauw stamt oorspronkelijk uit het zuiden van Azië. Zijn fraaie verenpak vormt daar een uitstekende camouflage; in de zonnige bossen van de streek lossen de kleuren van de vogel volkomen op in het zonbeschenen gebladerte.
Zoals bij veel vogels is het ook bij de pauw het mannetje, dat het fraaist is uitgedost en dat vooral in de paringstijd pronkt met de fraaie, veelogige pauwstaart.
Pauwen zijn stevige vogels met een lange en beweeglijke nek; hun kop is gekroond met enkele sierlijke en parmantige pluimveren. De hoofdkleuren van het pauwenkleed zijn schitterend blauw en groen; de staart van het mannetje bestaat uit lange, veelkleurige veren, die tot een prachtige waaier opgezet kunnen worden.
Er zijn verschillende soorten pauwen. Eén ervan is over de gehele wereld bekend en stamt uit India en Ceylon, waar hij als een heilig dier wordt beschouwd en op alle mogelijke manieren wordt beschermd. Een ander soort wordt aangetroffen in Indochina, op Java en op Malaya. Deze soort draagt een groen verenkleed met een gouden weerschijn en is sierlijker en mooier dan de gewone pauw. De witte pauwen, die men wel eens aantreft in de dierentuin, zijn albinosoorten, die door de mens zijn gekweekt.