Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

JEZUÏET

betekenis & definitie

In 1540 stichtte de Spaanse ex-officier Ignatius van Loyola zijn ‘Sociëteit van Jezus’; een kloosterorde, die sindsdien op een korte onderbreking na een zeer belangrijke rol is blijven spelen in de rooms-katholieke kerk. Leden van deze orde worden tegenwoordig ‘Jezuïeten' genoemd; een naam die zowel lof als afkeuring kan inhouden.

Want de Jezuïeten hebben zich sinds de oprichting van hun orde laten kennen als een strijdbaar ‘keurkorps’ van rooms-katholieke geestelijken, die overal in actie kwam waar de kerk van Rome bedreigd werd of steun nodig had. Hun geleerdheid en soepelheid, soms opgevat als trots en sluwheid, hun gedurfde ondernemingen (zoals hun Indianenstaten in ZuidAmerika) bezorgden de Jezuïeten vaak ernstige tegenstand, ook binnen de eigen kerk. Die tegenstand leidde er in 1773 zelfs toe, dat paus Clemens XIV de orde ophief. Door een merkwaardige politieke omstandigheid bleef de Jezuïetenorde in Rusland echter voortbestaan, zodat de Sociëteit in 1814, na de ondergang van haar felste belagers, heropgericht kon worden.Op het ogenblik telt de Sociëteit van Jezus bijna 36.000 leden, die over de gehele wereld verspreid zijn. De Jezuïeten leggen zich vooral toe op missionering (Franciscus Xaverius), gespecialiseerde zielzorg (o.a. bedrijfsapostolaat), opvoeding, meningsvorming en wetenschappelijke studie (Teilhard de Chardin). Over de gehele wereld verspreid bezit de orde veel universiteiten en colleges; meer dan 1000 tijdschriften en een groot aantal retraitehuizen, (d.w.z. bezinningsoorden voor geestelijken en leken). Hun grote kracht ontlenen zij aan hun grondige vorming op basis van de ‘Geestelijke Oefeningen’ van Ignatius, en aan hun paraatheid tot ieder werk dat strekt tot Gods meerdere eer en tot heil der zielen. Bij voorkeur verrichten zij pionierswerk in ‘Gods voorste linies’.

< >