In de tijd, dat de meeste arbeid nog met de hand verricht werd, was er heel weinig tijd voor liefhebberijen. Zelfs kinderen werkten in sommige gevallen niet minder dan 15 of 16 uur per dag.
Tegenwoordig is de achturige werkdag voor volwassenen heel normaal geworden. Veel mensen werken zelfs minder. Voor jongens en meisjes duurt een normale schooldag nog maar zes uur en ze hebben per jaar heel wat weken vakantie. In onze tijd beschikt bijna iedereen over een plezierige hoeveelheid vrije tijd. Veel van die vrije tijd wordt tegenwoordig besteed aan hobbies: bezigheden, die iemand louter voor zijn plezier verricht. Het aanleggen van een verzameling is een van de meest voorkomende hobbies.
Echte verzamelaars brengen de vreemdste artikelen bijeen; van porceleinen poppetjes tot flessen, van zilveren lepels en opgezette vlinders tot postzegels, lucifermerken, suikerzakjes, bidprentjes en gedroogde boombladeren. Ook schilderen is tegenwoordig voor veel mensen een geliefde hobby. Andere, veel voorkomende liefhebberijen zijn het kweken van cactussen en bloemen; breien, kamperen, trekken, bergbeklimmen, zingen, musiceren, timmeren, naaien, pottenbakken, het bestuderen van de sterrehemel en het leren van een vreemde taal. In veel plaatsen worden hobbytentoonstellingen ingericht. Belangstellenden kunnen hier kennismaken met de meest bizarre liefhebberijen en inlichtingen inwinnen over de vreemdste verzamelingen.Af en toe komt het voor dat iemand van zijn hobby zijn beroep maakt. Dat geldt niet alleen voor kinderen, die hun liefhebberij later als beroep kiezen. Het geldt bijvoorbeeld ook voor amateur-fotografen, die tenslotte zo goed zijn geworden in hun hobby, dat ze er gemakkelijk hun brood mee kunnen verdienen. Ook naaien, bloemkweken, schrijven, radiotechniek en klokkenmaken kunnen van een liefhebberij gemakkelijk uitgroeien tot een beroep.
Liefhebberijen op wetenschappelijk gebied kunnen zelfs heel vaak van grote waarde zijn. Amateur-sterrekundigen bijvoorbeeld hebben een belangrijke rol gespeeld bij de waarnemingen, die in 1957 en 1958 gedaan moesten worden in het kader van het Internationale Geofysische Jaar. Duizenden enthousiaste mannen en vrouwen, die de astronomie als hobby hadden, hebben in dat jaar waardevolle bijdragen geleverd aan onze kennis over de aarde en haar omgeving.