Jurken, mantels, kostuums en gordijnen zouden heel erg moeilijk te maken zijn als we de kunst van het naaien niet machtig waren. Bij dat naaien kunnen we talrijke verschillende steken gebruiken; alle worden ze echter uitgevoerd met behulp van naald en draad.
De naaikunst is al zo oud, dat niemand meer weet waar en wanneer ze uitgevonden is. Het eerste ‘naaiwerk’ betrof waarschijnlijk het met elkaar verbinden van dierehuiden, die als kleding werden gebruikt.
De eerste naalden waren gemaakt van steen; het waren eigenlijk scherpe priemen waarmee een gaatje gemaakt kon worden. Door dat gat werd vervolgens een grasstengel of een leren riempje gehaald. Veel later kwamen er naalden van been, van ivoor en van brons en kwam men op het idee deze naalden te voorzien van een ‘oog’. Moderne naalden zijn gemaakt van staal en zijn verkrijgbaar in alle mogelijke maten.
Ook de draad, die bij het naaien gebruikt wordt, kan van verschillend materiaal en van verschillende dikte zijn.
Toen er eenmaal goede naalden waren, ontstond het fijnere naaiwerk, waarbij tal van opvallende steken werden gebruikt zoals de platte steek, de overhandse steek, de rijgsteek, de knoopsgatsteek, de flanelsteek en de festonneersteek.
De eerste naaimachine werd in 1825 uitgevonden door de Fransman Thimonnier d’Amplepuis. Tegenwoordig wordt praktisch alle naaiwerk machinaal gedaan, met uitzondering van bepaalde afwerkingen en van broderiewerk. Moderne naaimachines worden aangedreven door een elektromotor; aan zo’n machine hoeft de naaister weinig méér te doen dan het naaiwerk op de juiste plaats te houden. De eerste naaimachines konden alleen maar twee lappen aan elkaar naaien; moderne typen zijn in staat alle voorkomende werkzaamheden te doen zoals stikken, zomen, knoopsgaten maken, verstellen en zelfs borduren.
In de tijd, dat alle naaiwerk nog met de hand werd gedaan, werkten de meeste naaisters thuis of op schemerige, onplezierige ateliers. Tegenwoordig is naaien een belangrijk onderdeel van de confectie-industrie; het werk wordt verricht in moderne fabrieken of op prettig ingerichte confectie-ateliers. Veel huisvrouwen naaien zelf hun kleding en verrichten ook de daarvoor noodzakelijke voorbereidingswerkzaamheden als knippen, rijgen en passen. Goed naaien is een hele kunst. Ook de dierenwereld kent bekwame naaiers. De weversvogel bijvoorbeeld naait met behulp van grassen, bladeren en zijn snavel een kunstig nest; kleermakersmieren ‘naaien’ bladeren aaneen met behulp van hun larven, die een zijdeachtige stof afscheiden. Echt naaien is dit natuurlijk niet; de kleermakersmier doorboort de bladeren immers niet, maar plakt ze met behulp van het larvenspinsel aan elkaar.