Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

GEOFYSICA

betekenis & definitie

De geofysica is de wetenschap, die zich bezighoudt met alle natuurkundige verschijnselen van onze planeet. Tot die verschijnselen behoren zowel de aarde en de samenstelling van de gloeiendhete aardkern als de gedragingen van de alleruiterste lagen van de aardatmosfeer.

Het terrein, dat door de geofysica bestreken wordt, is zeer uitgestrekt. De geofysische wetenschap is daarom verdeeld in een aantal onderdelen, die elk een deel van de te bestuderen stof voor hun rekening nemen. De geodesie bijvoorbeeld houdt zich bezig met de vorm van onze planeet en met de aantrekkingskracht van de aarde; de seismologie bestudeert de aardbevingsverschijnselen en met behulp hiervan tevens de bouw en de samenstelling van de aarde; de hydrologie onderzoekt de beweging van het water in de bovenste aardlagen; de oceanografie verdiept zich in de geheimen van de oceaanbekkens en bestudeert zowel de zeestromen als de samenstelling van de zeebodem; de meteorologie verdiept zich in alle verschijnselen in de atmosfeer en de vulkanologie wijdt haar aandacht aan de vulkanische verschijnselen op aarde.Omdat de geofysica zich bezighoudt met de gehele aarde, heeft deze wetenschap een sterk internationaal karakter. Er is een hechte, internationale samenwerking tussen de geofysici van de verschillende landen en heel vaak worden studieprogramma’s ontworpen, die door geleerden uit verscheidene werelddelen uitgevoerd worden. Die samenwerking heeft haar hoogtepunt bereikt in drie internationale geofysische jaren: studieprogramma’s van ongeveer twaalf maanden, waarin geofysici uit verscheidene landen gezamelijk een antwoord trachtten te vinden op allerlei wetenschappelijke vragen.

Het eerste geofysische jaar werd gehouden in 1882 en 1883, het tweede in 1932 en 1933. Omdat beide jaren gewijd waren aan de bestudering van de poolstreken, worden ze meestal het eerste en het tweede Internationale Pooljaar genoemd. Het eerste IPJ droeg vooral hij tot onze kennis van het noorderlicht. Er namen geleerden uit 11 landen aan deel. Voor het tweede IPJ was dat aantal landen al uitgebreid tot 20 Veel belangrijker nog dan de twee Internationale Pooljaren was het Internationale Geofysische Jaar, dat gehouden werd van 1 juli 1957 tot 31 december 1958. Het terrein van onderzoek was in het IGJ veel uitgebreider.

Doel van het IGJ was namelijk de systematische bestudering van de aarde en haar omgeving in het heelal. De drie grondvragen, waarop de geofysica in het IGJ een antwoord wilde vinden, luidden:

• wat gebeurt er in de bovenste lagen van de atmosfeer?
• wat kunnen we nog te weten komen over de gedragingen van water en ijs?
• welke geheimen heeft het binnenste der aarde nog voor ons?

Deze omvangrijke studiestof kon alleen aangepakt worden, omdat niet minder dan 70 landen aan het IGJ deelnamen. Tienduizend beroepsgeleerden en vele duizenden amateurs en vrijwilligers begonnen in 1957 aan hun waarnemingen, die zich uitstrekten van pool tot pool en van de bovenste lagen van de atmosfeer tot in het centrum van de aarde. Duizenden waarnemingstations verzamelden gegevens; zeven landen voerden een raket- en satellietprogramma uit, dat in zeer belangrijke mate bijdroeg tot onze kennis van de atmosfeer. De gegevens, die in het IGJ verzameld werden, zijn nog lang niet allemaal uitgewerkt. Tot de voornaamste reeds thans bekende resultaten behoren gegevens, die het mogelijk maken tweemaal daags een weerkaart van de Zuidpool uit te geven; de ontdekking van drie diepzeestromen; de vondst van een onderzeese bergrug in de buurt van de Noordpool; de ontdekking van rijke mangaanvoorraden op de bodem van de Grote Oceaan en de ontdekking van de magnetosfeer: een 64.000 km. brede stralingslaag, die de aarde als een mantel omgeeft. Deze laag die ontdekt werd met behulp van Amerikaanse aardsatellieten en die (naar haar ontdekker) aanvankelijk de ‘Van Allen-gordel’ werd genoemd, is van veel betekenis voor de toekomstige ruimtevaart.

< >