Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

FRIESLAND

betekenis & definitie

De provincie Friesland is in de kleine familiekring van Nederlandse provincies altijd een buitenbeentje geweest. Die ietwat uitzonderlijke positie dankt deze provincie (waartoe ook de eilanden Ameland en Schiermonnikoog behoren) niet aan haar uiterlijk voorkomen.

Er zit weinig uitzonderlijks aan de zandige klei, waaruit een groot deel van Friesland bestaat en die door haar geschiktheid als grasland de basis vormt voor de beroemde Friese veefokkerij. Uitzonderlijk zijn evenmin de stukken laag- en hoogveen in het oosten van de provincie; de talrijke meren in het zuidwesten, die een geliefkoosd gebied voor watersporttoerisme vormen en de talloze kleinere dorpen en stadjes, die in bonte wanorde rondom de Friese hoofdstad Leeuwarden liggen gestrooid. En zelfs de schilderachtige havenstadjes, die aan het IJselmeer en de Waddenzee liggen te dromen van een rijk, maar voorbij verleden, dragen weinig bij aan het heel eigen karakter van deze noordelijke provincie.Het eigene ligt veel meer in de ongeveer 500.000 mensen, die Friesland bevolken; in hun taal, hun geschiedenis en hun gebruiken. Want in tegenstelling tot de rest van de Nederlandse bevolking vormen de Friezen een heel apart volk, dat alleen door de grillige loop van de geschiedenis deel is gaan uitmaken van het Nederlandse volk.

De geschiedschrijver Tacitus maakte al in de Romeinse tijd melding van een Fries volk, dat de kuststreken tussen de Schelde en de Eems bewoonde. Latere onderzoekers hebben ontdekt, dat er nauwe contacten bestaan moeten hebben tussen de Friezen en de volkeren, die omstreeks de vijfde eeuw Engeland veroverden en de basis legden voor het Engelse volk van nu. Van die contacten zijn ook nu nog sporen terug te vinden in bepaalde overeenkomsten tussen het Engels en het Fries. In de eeuwen daarna hebben de Friezen zich lange tijd fel verzet tegen de pogingen om hen tot het Christendom te bekeren. Bekend is vooral gebleven het verzet van koning Radboud, dat tenslotte leidde tot zijn nederlaag in de slag bij Dorestad (het huidige Wijk bij Duurstede) tegen de Frankische leider Pepijn van Herstal (689). Door die nederlaag verloren de Friezen het gebied ten westen van de Zuiderzee.

Onder bescherming van de Frankische vorsten gelukte het aan Willibrod tussen 690 en 739 een groot gedeelte van de Friezen te kerstenen. Een bekering, die echter zo onvolledig was, dat zijn opvolger Bonifacius in 750 te Dokkum werd vermoord.

Karel de Grote schonk de Friezen in zijn ‘Lex Frisionum’ een aantal rechten, die gebaseerd waren op hun oude wetten en die het land van de Friezen verdeelde in drie gebieden. Het westelijke ervan werd omstreeks 1300 opgenomen in het graafschap Holland; ten oosten van de Zuiderzee echter slaagden de Friezen er lange tijd in hun zelfstandigheid te bewaren tot hun gebied tenslotte, mét de rest van Nederland, in 1523 onder Bourgondië kwam.

Het Friesland van nu was in 1567 een van de zeven Nederlandse provincies, die de strijd aanbonden met Spanje. De Friezen hieven echter staan op hun soevereine rechten en kregen die ten dele ook doordat ze in de 17e en 18e eeuw bestuurd werden door een eigen stadhouder. De basis voor de ‘aansluiting’ bij de rest van Nederland werd gelegd in 1748, toen de stadhouder van Friesland ook stadhouder werd over de andere Nederlandse provincies. Zijn kleinzoon werd in 181 o koning der Nederlanden (Willem I). Nederland zou nog steeds door een Friese stadhoudersnazaat geregeerd worden ware het niet, dat met de dood van koning Willem III de mannelijke tak van de Friese Nassaus uitstierf.

Dat de Friezen zichzelf nog steeds (en terecht) als een afzonderlijke groep beschouwen, blijkt uit de Friese Beweging. Stemmen uit die beweging, welke om een zekere zelfstandigheid vragen, zijn minder luid geworden. Maar des te sterker streven de aanhangers van deze beweging naar culturele erkenning: naar het gebruik van de Friese taal in het onderwijs, de kerk en de bestuurlijke organen en naar een bevordering van een eigen Friese literatuur. Hun streven is in zoverre met succes bekroond, dat het Fries thans op de meeste scholen onderwezen wordt; dat in veel kerken gebruik gemaakt wordt van Friese psalmberijmingen en dat de Friese literatuur tegenwoordig talrijke oorspronkelijke en vertaalde werken omvat. De Friese Beweging beperkt zich niet alleen tot Nederland; ze is ook werkzaam onder de door Friezen bewoonde gedeelten van Duitsland en Denemarken.

< >