Meer dan 400 jaar geleden veroverden de Spanjaarden in Zuid-Amerika een land, dat doorsneden werd door de evenaar. Toen ze er een naam voor moesten bedenken, maakten ze daar geen probleem van; ze noemden het nieuw veroverde gebied eenvoudig ‘Ecuador’, naar het Spaanse woord voor evenaar.
Spanje bestuurde het land tot 1830; toen werd Ecuador een zelfstandige republiek.
De lama is een van de belangrijkste huisdieren in Ecuador.
Sommige bewoners van het land hebben zuiver Spaans bloed in de aderen. De meesten echter zijn rasechte Indianen of zijn van gemengd Spaans-Indiaanse afkomst. In totaal wonen er op het ogenblik ruim 4.650.000 mensen in Ecuador.
Het vochtige, hete laagland, waaruit Ecuador voor het grootste gedeelte bestaat, wordt van noord naar zuid in tweeën gesneden door het Andesgebergte. Bijna driekwart van de Ecuadoriaanse bevolking leeft in dit berggebied; de. rest woont in de laaggelegen streek langs de kust. Het gebied ten oosten van het Andesgebergte is praktisch onbewoond; slechts enkele veefokkers hebben zich daar blijvend gevestigd.
Ook de hoofdstad Quito ligt in de berggordel van het land. Die bergen zijn zó hoog, dal er het gehele jaar door een koele voorjaarstemperatuur heerst; dit dus ondanks het feit, dat Ecuador een uitgesproken tropisch land is. De voornaamste landbouwprodukten uit dit berggebied zijn tarwe en aardappelen.
Een suikerraffinaderij, waarin het suikerriet van de Ecuadoriaanse plantages verwerkt wordt.
Toen er nog geen spoorwegen en vliegvelden waren, was het berggebied van Ecuador van de rest van de wereld afgesloten. Alleen met langzame muildieren en lama’s was het mogelijk handel te drijven met het kustgebied. De voornaamste exportprodukten van het land zijn overigens afkomstig uit het laagland langs de kust. De voornaamste ervan zijn kapok, balsahout, suikerriet, bananen, koffie en cacao. Een typisch Ecuadoriaans produkt is verder nog de Panamahoed, die over de gehele wereld gedragen wordt. Hij wordt vervaardigd uit de bladeren van de jipijapapalm.