De moderne scheikunde kent veel soorten alcohol, maar de voornaamste zijn toch wel de houtalcohol, die uit hout gestookt wordt en de alcohol, die bereid wordt uit granen, fruit of aardappelen. Houtalcohol is erg giftig en wordt alleen maar voor industriële doeleinden gebruikt.
Graanalcohol echter is geschikt voor consumptie en wordt elk jaar in grote hoeveelheden gedronken. Niet puur, maar als bestanddeel van bekende alcoholische dranken als wijn, bier, cognac en jenever. Het alcoholbestanddeel van deze dranken heeft op de mens een merkwaardige uitwerking. Wie veel alcoholhoudende drank gebruikt begint moeilijk te praten en te lopen; hij wordt vrolijk of weemoedig en soms zelfs lastig; hij begint vreemde dingen te zeggen. We zeggen dan, dat zo’n man dronken is; hij is niet meer in staat dingen te doen, waarbij hij zijn verstand moet gebruiken.Elk jaar echter worden er ook miljoenen liters alcohol gebruikt voor andere, nuttiger doeleinden. Verf, vernis, parfums en lotions bestaan voor een deel uit alcohol; alcohol wordt gebruikt in thermometers, in de medische wetenschap, als brandstof en als antivriesmiddel; het wordt aangewend om stoffen op te lossen, die in water onaangetast blijven en tenslotte is alcohol een uitstekend ontsmettingsmiddel, dat veel mensen het leven heeft gered.