Definities van Agrarisch Encyclopedie in de Ensie D
- Djoekoet pait
- Djoekoet piit
- Djoelang
- Djoerang
- Djoewar
- Djoewet
- Djohar
- Djoho
- Dkf
- Dlingsem
- Dloempang
- DNBP
- DNC
- Dobbe
- Dode grond
- Dode harrel
- Dode have
- Dode inventaris
- Dode noest
- Dode-arm-ziekte
- Dodecatheon
- Dodonaeus, Rembertus
- Dodonea
- Doedoek
- Doek
- Doeken van kaas
- Doekoe
- Doekvouwen
- Doeltreffend
- Doengoen
- Doepa
- Doerèn of Doerian
- Doesoen
- Doewet
- Dogger
- Dolichandrone
- Dolichoderus
- Dolichos
- Dolik
- Dolines
- Dolk
- Dolle kervel
- Dolmest
- Dolomiet
- Domatiën
- Domein
- Domeinbos
- Domeinverklaring
- Domesticatie
- Dominant
- Dominantie
- Dominantie-gezelschap
- Domineren
- Domingo-tabak
- Dommekracht
- Dommest
- Dompelmethode
- Domper
- Dompolan
- Donderbezem
- Donken
- Donor
- Dons
- Dood
- Doodkruid
- Doodrijp
- Doodspuiten
- Doodstek
- Doodtappen
- Dooi
- Dooier
- Dooierzak
- Dooierzwam
- Doordraaien
- Doorgegroeid
- Doorhakken
- Doorhaler
- Doorjager
- Doorkoelen
- Doorlatendheid
- Doorn
- Doornappel
- Doornuitsteeksel
- Doorplanten
- Doorschieten
- Doorslaan
- Doorslagmachine
- Doorsnede
- Doorsnee-
- Doorsnee-aanwas
- Doorsneevlak
- Doorspoelen
- Doorwas
- Doorwortelen
- Doorzaaien
- Doosvrucht
- Dop
- Dop op een kies
- Doperwten
- Dopheide