In het boek Ezechiël 1: 5-10 en in het boek der Openbaringen 4: 6-8 wordt over vier wezens rond Gods troon gesproken. In de Openbaringen worden deze vier expliciet aangeduid als een leeuw, een stier, een mens en een adelaar met veelogige vleugels. De eerste grote theoloog die de vier dieren rond Gods troon in verband bracht met de evangelisten, is Ireneus. Hij is geboren in Klein-Azie en in 177/178 is hij bisschop van Lyon geworden. Hij overleed in 202.
- de stier of het rund symboliseert het priesterlijk ambt en komt Lucas toe, omdat zijn evangelie begint met de priester Zacharias.
- De mens is karakteristiek voor Matteus, want hij begint met de menselijke afstamming van Jezus.
- De adelaar drukt de gave van de geest uit en past bij Marcus, want hij begint met een profetie uit Jesaja.
- De leeuw die het koninklijk ambt symboliseert, is toebedeeld aan Johannes wiens proloog handelt over het vlees-geworden Woord.
In het Westen wordt de uitleg van Ireneus niet gevolgd. Victorinus van Pettau, bisschop van Stiermarken (overleden in 304), en in navolging van hem de Latijnse kerkvader Hieronymus (347-420), combineren de wezens anders:
- de stier of het rund is Lucas, die in het begin van zijn evangelie spreekt over de geschiedenis van de profeet Zacharias.
- De mens is Matteus die aan het begin van zijn evangelie de menselijke afkomst van Christus vermeldt.
- De adelaar is de evangelist Johannes, die aan het begin van zijn evangelie de verheven hoogten van de stamboom van het Woord bereikte.
- De leeuw is de evangelist Marcus, want in het begin van het Marcusevangelie klinkt een stem, roepend vanuit de woestijn: ‘Bereidt de wegen van de Heer’.
De vier wezens vertegenwoordigen ook het viervoudig karakter van Gods werk door Christus. Van de vier dienaren is de mens de belangrijkste. Hij is de vleeswording van Christus. De stier symboliseert het offer van Christus, de adelaar symboliseert zijn Hemelvaart en de leeuw is het eeuwig koningsschap. Worden de vier symbolen rond Christus geplaatst, dan krijgt de mens de ereplaats rechtsboven.