De duivel is de personificatie van het Kwaad, de tegenstander van God. Het woord komt vooral in het nieuwe testament voor de duivel stelt mensen op de proef en klaagt hen aan bij God (Matteus 4: 1-11).
In de bijbel wordt hiervoor ook het woord ‘Satan’ gebruikt, wat ‘aanklager’ betekent (Job 1: 6-12; Openbaring 12: 9- 10). Op iconen worden duivels vaak afgebeeld als kleine, zwarte, menselijke wezens met vleugels, meestal naakt, met opstaande haren. Duivels zijn te zien bij de Nederdaling ter Helle, waar ze in de donkere spelonken van de hel staan waar ze door engelen gestraft worden. Wanneer op een kruisigingsicoon de twee moordenaars ook zijn afgebeeld, komt uit de mond van de slechte moordenaar een zwart duiveltje. Duivels komen voort uit de opstand der engelen.
