Muntbiljet - door den staat uitgegeven renteloos papiergeld, dat bestemd is om de plaats van munten te vervangen en dat wettig betaalmiddel is.
Muntcollege. Bij de wet van 1 Juni 1850 Stbl. 25 omtrent het toezicht en de zaken over de munt worden deze opgedragen aan het hoofd van het departement van Financiën en onder diens opperbeheer, aan een Muntcollege bestaande uit drie leden en gevestigd ter plaatse waar ’s rijks munt aanwezig is, (te Utrecht). De leden van dit college worden door het hoofd der regeering benoemd en aan een hunner door dezen of deze het voorzitterschap opgedragen.
Zoo is aan het muntcollege opgedragen, om te zorgen voor de stipte uitvoering der wettelijke bepalingen, het muntwezen betreffende en om nauwkeurig op het gehalte en het gewicht, den muntslag en de hoeveelheid der nieuw gemunte speciën toe te zien. Geen nieuw vervaardigde speciën mogen van 's Rijks munt afgeleverd worden, tenzij van het onderzoek en de goedbevinding derzelve behoorlijk procesverbaal worden opgemaakt, door al de leden van het muntcollege onderteekend. Alle stempels, zoo voor de munt als voor den waarborg der gouden en zilveren werken, worden aan ’s Rijks munt vervaardigd.
