Gepubliceerd op 20-09-2017

Megalopolis

betekenis & definitie

Megalopolis - (lett. ‘De grote stad’) Stad, gesticht door Epameinondas van Thebe, vóór de slag van Mantinea in 362 v.C., als hoofdstad van de Arkadische Bond (zie Arkadië). De meeste inwoners van Arkadië en een deel uit het grensland van Lakonië werden haar burgers. Hierdoor werden tientallen dorpen verlaten. Megalopolis lag in een vlakte van de centrale Peloponnesos waardoor de Alpheus vloeide en werd een verkeerscentrum, en o.a. daardoor een van de grootste steden van de Peloponnesos. Megalopolis was blootgesteld aan de vijandschap van Sparta en zelfs van andere Arkadische steden, die afkerig tegenover de centraliserende tendens van de stad stonden. In de 4e eeuw v.C. verkoos Megalopolis de belangen van Makedonië te dienen.

In 235 v.C. werd Megalopolis in de Achaïsche Bond opgenomen. Polybios, de historicus, werd er geboren.

< >