Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

TEXTIEL

betekenis & definitie

Het woord ‘textiel’ is afgeleid van het Latijnse woord voor ‘weven’. Onder textiel verstaan we dan ook alle geweven stoffen.

Voor het weven van stof zijn vezels nodig.

Tot in het begin van de 20e eeuw kende de textielindustrie vier vezels, die alle andere in belangrijkheid overtroffen. Die vier waren katoen, linnen, zijde en wol. Katoen en linnen zijn van plantaardige oorsprong; wol en zijde van dierlijke.

Tegenwoordig wordt een groot gedeelte van de wereldtextielproduktie vervaardigd uit kunstmatig vervaardigde vezels zoals rayon, nylon en dacron.

Het weven gebeurt praktisch altijd met behulp van weefgetouwen. Duizenden jaren lang werden alle weefgetouwen met de hand bediend en werkten de wevers thuis. Tegenwoordig worden de weefgetouwen aangedreven door elektriciteit en werken de wevers in grote weverijen.

Ook Nederland heeft een belangrijke textielindustrie. De belangrijkste centra van die tak van nijverheid zijn Enschede, Hengelo, Almelo, Tilburg, Eindhoven, Helmond, Veenendaal en Leiden. In totaal bezit Nederland meer dan 600 textielfabrieken, waarin ruim 120.000 arbeiders zorgen voor een jaarlijkse produktie ter waarde van bijna 800 miljoen gulden.

< >