Een spijker (of draadnagel) is een staafje stevig metaal, dat aan de ene zijde verbreed is tot een kop en aan de andere kant toegespitst is tot een scherpe punt. De meeste spijkers zijn rond, hoewel er ook vierkante modellen bestaan.
Vóór 1786 werden alle spijkers met de hand gemaakt. In dat jaar werd de eerste spijkermachine uitgevonden; de voorloper van de moderne draadnagelmachines, die meer dan 1000 spijkers per minuut kunnen maken. Deze machines worden gevoed met metaaldraad, dat automatisch op de vereiste lengte wordt afgesneden. Die stukken worden verhit, waarna het ene eind een ferme klap krijgt zodat de kop ontstaat. Onmiddellijk daarna wordt de punt geslagen, waarna de spijkers worden gepolijst en uit de machine komen rollen.
Handgemaakte spijkers werden meestal vervaardigd uit smeedijzer. Machinaal vervaardigde spijkers zijn meestal van staal doch kunnen ook gemaakt worden van ijzer, koper, messing en aluminium.
Er zijn spijkers in alle mogelijke maten en vormen. Sommige zijn klein en hebben zeer kleine kopjes; andere zijn verscheidene centimeters lang en kunnen een stootje hebben. Voor elke toepassing worden speciale spijkers gemaakt. Punaises zijn eigenlijk ook een soort spijkertjes. Ze worden echter op een iets andere manier gemaakt. Kop en pen worden afzonderlijk vervaardigd en later ineengeperst.
Spijkers worden gewoonlijk per gewicht Verkocht. Kleine spijkertjes zijn per gewichtseenheid gewoonlijk duurder dan grote; niet alleen omdat er meer kleine spijkers in een kilogram gaan dan grote maar ook omdat grote spijkers gemakkelijker en sneller te maken zijn dan kleinere.