Elke mens draagt aan vingers en tenen in totaal twintig nagels, die hem in het dagelijkse leven veel meer van dienst zijn dan hij meestal beseft. Ze beschermen niet alleen de uiteinden van tenen en vingers maar ze helpen ons ook (wat de vingernagels betreft althans) iets kleins beet te pakken en heel fijn werk te doen.
Nagels groeien uit een speciale laag van onze huid. Als ze gezond zijn, is hun groei zodanig, dat ze altijd lang genoeg blijven om teen- en vingertoppen te beschermen, ook al slijten ze bij het werk dat we ermee doen. Gewoonlijk is het zelfs zo, dat onze nagels sneller groeien dan ze slijten, zodat we ze moeten bijvijlen of -knippen.
Onze nagels houden nauw verband met ons uiterlijk voorkomen. Veel mensen en vooral veel vrouwen brengen regelmatig een bezoek aan de manicure: een specialist(e), die zich in het bijzonder bezighoudt met de verzorging van de vingernagels. De naam ‘manicure’ komt van de Latijnse woorden voor ‘hand’ en ‘zorg’. Een ‘pedicure’ is gespecialiseerd op de verzorging van o.m. de nagels van de tenen. Een belangrijk onderdeel van de nagelverzorging is het in orde houden van de nagelriem: het dunne huidlaagje, dat over de wortel van de nagel groeit. Die nagelriem moet van tijd tot tijd heel voorzichtig teruggeschoven worden; als hij te lang wordt moet er met nog grotere zorgvuldigheid iets van worden afgehaald.
Heel veel dieren hebben net als wij een nagelvormend huidlaagje. Sommige dierenagels lijken op die van de mens; andere zijn uitgegroeid tot klauwen of hoeven. Ze bestaan echter uit hetzelfde materiaal als onze nagels.
De meeste apen hebben nagels die op die van de mens lijken. Bij sommige apen zijn enkele nagels uitgegroeid tot klauwtjes. Dit verschijnsel komt bij meerdere dieren voor, o.a. de walrus. Leeuwen, tijgers, katten, honden, vogels, schildpadden en hagedissen hebben klauwen in plaats van nagels. Een grote groep zoogdieren heeft in plaats van nagels of klauwen hoeven. Paarden bijvoorbeeld lopen in werkelijkheid niet op hun voetzolen maar op de toppen van hun middelste vingers en tenen, waaraan in plaats van nagels hoeven zitten.