Werkwoorden vervoegen
missen
Tegenwoordige tijd missen
Ik mis
Jij mist
mis jij?
U mist
Hij/Zij/Het mist
Wij missen
Jullie missen
Zij missen
Verleden tijd van missen
Ik miste
Jij/U miste
Hij/Zij/Het miste
Wij misten
Jullie misten
Zij misten
Voltooid deelwoord van missen
gemist
Tegenwoordig deelwoord van missen
missend
misten
Tegenwoordige tijd missen
Ik mist
Jij mist
mist jij?
U mist
Hij/Zij/Het mist
Wij misten
Jullie misten
Zij misten
Verleden tijd van missen
Ik mistte
Jij/U mistte
Hij/Zij/Het mistte
Wij mistten
Jullie mistten
Zij mistten
Voltooid deelwoord van missen
gemist
Tegenwoordig deelwoord van missen
mistend