Er zijn planten, die in hun wortels, stengels, bladeren of bloemen bepaalde stoffen vormen, die de mens op verscheidene manieren van dienst kunnen zijn. Zulke
planten worden wel eens ‘kruiden’ genoemd. In het verleden speelden kruiden een zeer grote rol in de nog primitieve geneeskunde. Kruidendokters en kruidenvrouwtjes verzamelden de planten, waarvan vaak alleen zij het geheim kenden en brouwden er medicijnen uit. Toen later de échte geneeskunde op gang kwam en een heleboel duistere geheimen van het menselijk lichaam wetenschappelijk verklaarbaar bleken, raakte het gebruik van kruiden uit de gratie. Soms wel eens ten onrechte. Want steeds vaker ontdekt de wetenschap, dat geneesmiddelen, die met veel moeite in het laboratorium ontwikkeld zijn, al in een of andere vorm in de natuur voorkomen - als kruiden. Verscheidene kruiden worden dan ook weer gebruikt om op wetenschappelijk verantwoorde wijze tot medicijn verwerkt te worden.
Kruiden kunnen ook andere dan medische doeleinden dienen. In de ‘fijne keuken’ wordt een veelvuldig gebruik gemaakt van smaakstoffen, die getrokken zijn uit planten. Kervel, peterselie, tijm, basilicum, rosemarijn, munt en salie zijn enkele in Nederland voorkomende kruiden, die in de keuken goede diensten kunnen bewijzen. De meeste van deze kruiden worden speciaal gekweekt in daartoe ingerichte kruidentuinen.
Ook parfum wordt heel vaak vervaardigd uit planten, die we tot de kruiden kunnen rekenen.