Van de verscheidene, grote beroepsorkesten in Nederland is het Amsterdamse Concertgebouworkest zonder twijfel het bekendste én het belangrijkste. Uitvoeringen door dit orkest genieten wereldvermaardheid; zij worden tot de beste van Europa gerekend en vinden (in de vorm van grammofoonplaten) over de gehele wereld aftrek.
Het Concertgebouworkest, dat reeds verscheidene buitenlandse toernees heeft gemaakt (naar de Verenigde Staten en Japan o.a.), werd in 1888 opgericht als ‘huisorkest’ van het in datzelfde jaar geopende Amsterdamse Concertgebouw. De eerste dirigent van het orkest was Willem Kes, die in 1895 werd opgevolgd door Willem Mengelberg. Het is vooral deze laatste geweest, die het Amsterdamse orkest tot een van de beste van Europa heeft gemaakt. Wegens zijn houding in de bezettingstijd werd Mengelberg in 1945 tot aftreden gedwongen; hij werd opgevolgd door Eduard van Beinum en na de dood van de laatste kwam het orkest onder leiding van de nog jeugdige Bernard Haitink.
Het Amsterdamse Concertgebouworkest geniet bij veel moderne componisten faam om de juiste vertolking van hun muziek. Buitenlandse dirigenten beschouwen het meestal als een grote eer in Amsterdam gastdirecties te mogen vervullen.