Het woord ‘amfitheater’ is afgeleid van het Griekse woord ‘amphitheatron’, wat ‘dubbel theater’ betekent. In de oudheid was de gebruikelijke vorm voor een theater namelijk de halve cirkel.
Een amfitheater echter is rond of ovaal van vorm; in het midden ervan ligt een cirkelvormige zandvlakte, die arena wordt genoemd (naar het Latijn; ‘arena’ = zand). In de arena vinden de spelen of de gevechten plaats; er rondomheen bevinden zich de zitplaatsen voor de toeschouwers. Aanvankelijk werd het woord ‘arena’ alleen maar gebruikt om de zandvlakte in het midden van het amfitheater aan te duiden; tegenwoordig echter gebruikt men het woord ook als men het gehele amfitheater bedoelt. Vooral de Romeinen hebben in hun tijd veelamfitheaters gebouwd. Het beroemdste ervan is het Colosseum in Rome, dat ovaal van vorm is en dat in zijn glorietijd meer dan 50.000 toeschouwers kon bevatten. Toeschouwers, die er voornamelijk kwamen kijken naar het temmen van wilde dieren, de gevechten op leven en dood tussen de gladiatoren, het wagenrennen en het doden van de eerste christenen. Over de gehele wereld verspreid zijn ongeveer 70 Romeinse amfitheaters bewaard gebleven. Moderne amfitheaters vindt men in Spanje, in Portugal en in Zuid-Amerika. Ze worden o.m. gebruikt voor het houden van stieregevechten.