Ned. gemeente in het westen van de prov. Friesland.
Dateert uit het begin van de 10e eeuw; kreeg 1350 stadsrechten; behoorde tot de elf steden, die in de Staten van Friesland vertegenwoordigd waren. De stad was een centrum in de strijd tussen → Schieringers en Vetkopers (14e-15e eeuw): werd 1422 geplunderd door onbetaalde huursoldaten van de Hanze. Van Workum uit ondernam → Grote Pier zijn plundertochten. Werd een belangrijke handelsstad; bloeitijd 14e-17e eeuw (vaart op de Oostzee); bezat laken- en linnenweverijen (de Workumer el werd 1504 standaardmaat voor Friesland). Tot de Eerste Wereldoorlog waren palingvangst en -handel (op Engeland) belangrijke bestaansbronnen.Litt. T.H.Siemelink, Gesch. van de stad Workum (in: De Vrije Fries 1906); W.H.Keikes en H.Tj.Obreen, Workum. inventaris der archieven (1966); G.Bakker (red.). De stêd Warkum (1967); G.Stellingwerf, Workum op weg naar het heden (1971); G.Blom. Boeken oer Warkum (bibl. 1979).
