Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Statenvergaderingen

betekenis & definitie

(Gewestelijke) Vanouds regeerde de landsheer in samenwerking met vertegenwoordigers van zijn onderdanen. Wanneer dezen bestonden uit afgevaardigden van bepaalde standen, was er sprake van een standen(stenden)-of statenvergadering (Fr.

Etats). Het doel van het bijeenroepen was bewilliging van → beden. Het ontstaan van zulke Staten is in de diverse Ned. gewesten verschillend geweest. Uiteindelijk bestonden deze in de meeste provincies uit de → ridderschap en vertegenwoordigers der stemhebbende steden. In sommige gewesten hebben daarin ook geestelijken zitting gehad en. in Friesland. Groningen en Drenthe, vertegenwoordigers van de eigenerfden.

In Friesland en Groningen bestond geen ridderschap zoals in andere provincies, terwijl in Drenthe het stedelijke element ontbrak. Sedert de Tachtigjarige Oorlog (1568—1648) vormden de Staten in de Noordned. Republiek de soevereine hoge overheid van het gewest, totdat hieraan door de Bataafse omwenteling (1795) een einde is gekomen. In de Zuidelijke Nederlanden werden de Staten na de verovering door de Fransen (1792-93, en sinds 1794) opgeheven.Litt. R.Fruin en H.T.Colenbrander, Gesch. der Staatsinstellingen in Nederland (2e dr. 1922; herdr. 1980); J.Ph.de Monté Ver Loren. Hoofdlijnen uit de ontwikkeling der rechterlijke organisatie in de Noord. Ned. (4e dr. 1967); S.J.Fockema Andreae, De Ned. Staat onder de Republiek (3e dr. 1969).