Belg. historicus, archeoloog en politicus, *28.6.1910 Laken, ✝ 21.6.1974 Baarle aan de Leie. Promoveerde te Gent in de klassieke filologie (1932) en in de geschiedenis (1934); doceerde tussen 1944-48 aan de universiteiten van Luik en Brussel en was directeur van het hoger onderwijs: 1957-61 rector van de Rijksuniversiteit van Gent. waaraan hij vanaf 1948 als hoogleraar was verbonden; voorzitter (1961-65) van het Willemsfonds en gecoöpteerd senator (1965 68) van de rvv.
Werken: L composition du Sénat romain. 117 284 (2 dln. 1936-37). Contribution d /'étude des divinités celtiques (1942), Wat Rome en Hellas ons gaven (1950). Augustus en de Egyptische godsdienst (1956). de fenomenologische methode in de godsdienstwetenschap (1964). Van oudheid naar middeleeuwen (1966), De geestelijke weerstand van de westelijke provincies tegen Rome (1966). Attis en het feest der Hilariën (1967). Maatschappij en instellingen van de oudheid (2 dln. 1973).