Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Pachtersoproeren

betekenis & definitie

ongeregeldheden in de Noordned. Republiek gericht tegen de belastingpachters (1747-48).

De heffing van de talrijke indirecte belastingen (→ impost) werd door de overheid aan particulieren verpacht, die er wel voor zorgden meer te innen dan hun pachtsom bedroeg, hetgeen tot allerlei afpersingen leidde. De ontevredenheid hierover leidde najaar 1747 tot oproeren, die hun hoogtepunt bereikten in 1748, toen in Friesland woningen en kantoren van de pachters werden vernield. De beweging sloeg over naar Groningen, Drenthe. Overijssel, Gelderland en Holland, waar oproeren te Haarlem. Leiden en Amsterdam ontstonden. Het gevolg der oproeren was dat in de voornaamste gewesten de pachters vervangen werden door ambtelijk aangestelde belastinggaarders. Het slechte systeem der indirecte belastingen bleef echter gehandhaafd.Litt. I.van Manen, De 'Crowd' in de geschiedenis van Amsterdam in de jaren 1696. 1748 en 1787 (Meded. bl. Ned. Ver. Soc. Gesch., 1974).