Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Merchant(s) Adventurers

betekenis & definitie

Engelse kooplieden, eind 14e eeuw verenigd in een compagnie voor de buitenlandse handel. Kwam ca.1500 tot grote bloei, verdrong de → Hanze en vestigde zich te Antwerpen (1518) en Hamburg.

Sloten 25.5.1573 met de opstandige Ned. gewesten een verdrag, waarbij zij beperkte vrijheid kregen van op de Schelde te varen en de invoer van munitie in Holland en Zeeland zouden bevorderen en een lening in Engeland zouden plaatsen. In de 16e eeuw beheersten zij de lakenhandel, verlegden 1582 de stapel van Engels laken naar Middelburg. Gedurende de 17e eeuw nam hun betekenis sterk af en gingen hun privileges grotendeels verloren. Na verblijf te Delft (1621) en Rotterdam (1636) werd hun vestiging te Dordrecht 1670 opgeheven. Het onbelangrijk geworden kantoor te Hamburg werd 1807 door Napoleon gesloten.Litt. C.te Lintum. De Merchant Adventurers in de Nederlanden (1905); N.W.Posthumus. De Nationale Organisatie der lakenkopers tijdens de Republiek 1577—1658 (1927); J.H.Kernkamp. De handel op den vijand (2 dln. 1931-34); O.de Smedt, De Engelse Natie te Antwerpen in de 16c eeuw (2 dln. 1951—54).

< >