Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Landvoogd

betekenis & definitie

bestuurder, beheerder van een land, voor en namens de souverein bij diens afwezigheid. In de Nederlanden werd sedert 1507 een landvoogd benoemd, die de regering voor het huis Habsburg waarnam, in NEDERLAND formeel tot de Akte van → Verlatinghe (1581), in BELGIË tot de Franse annexatie (1795).

De landvoogd draagt ook wel de titel van onderkoning of stadhouder, in koloniale gebieden van gouverneur-generaal.