Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Jacobus Blauw

betekenis & definitie

Ned. patriot, *1756 Gouda, ✝12.10.1829 Parijs. Studeerde rechten te Leiden; raadsheer te Batavia; 1784 teruggekeerd; regent te Gouda en voorman van de patriotten; 1794 lid van het revolutionaire Nationale Comité; 1795 gevolmachtigde te Parijs samen met Casper Meijer, consul te Bordeaux, ten einde een verdrag van commercie en alliantie te sluiten, benevens een verzoek om aanzienlijke gebiedsuitbreiding van de Bataafse Republiek.

Te Parijs bleek, dat men hen niet als gezanten van een erkende mogendheid wilde erkennen. Van de gestelde eisen kwam niets terecht, integendeel: 16.5.1795 kwam het tot het → Haags Verdrag. Blauw werd 1797 lid van de Nationale Vergadering, volgeling van → Vreede; 1798 benoemd tot gezant te Wenen, maar bleef ambteloos te Parijs; raakte 1810 zijn vermogen kwijt; 1811 ontvanger te Dordrecht; week 1814 uit naar Parijs.

< >