Wat is de betekenis van integendeel?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

integendeel

integendeel - Bijwoord 1. luidt een verrassende tegenstelling in Hij is niet ontslagen. Integendeel, hij heeft zelfs promotie gekregen. Woordherkomst samenstelling van in en tegendeel Verwante begrippen daarentegen, ertegenover

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

integendeel

integendeel - bijwoord uitspraak: in-te-gen-deel 1. juist niet ♢ ben je moe? integendeel, ik kan nog uren lopen. Bijwoord: in-te-gen-deel

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Integendeel

adv., krekt-, rjochtoarsom.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

integendeel

voegwoordelijk bw. (daarentegen, veeleer, juist omgekeerd): luier jij weer? integendeel ik werk; hij berispte mij niet, integendeel.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

integendeel

(in'te:gәn) bw. omgekeerd, veeleer, daarentegen: hij luiert niet, (hij werkt hard). Syn. ➝ dan.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

integendeel

bw. en voegw. (bij het tegenstellend zinsverband, als in de tweede zin geloochend wordt wat in de eerste gezegd is): spotje ermee?, —, ik vind het hoogst ernstig; vaak op zichzelf staand gebruikt: hij heeft dit huis niet te duur gekocht: — (hij heeft er een koopje aan).

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten