Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Hendrik Casimir

betekenis & definitie

naam van twee stadhouders van Friesland, Groningen en Drenthe.

Hendrik Casimir I, graaf van Nassau-Dietz. stadhouder van Friesland. Groningen en Drenthe (1632-40), *31.1.1612 Arnhem. ✝ 12.7.1640 Hulst; zoon van → Ernst Casimir. Sinds 1630 kolonel in Staatse dienst, streed tegen de Spanjaarden; werd 4.7.1640 bij Hulst zwaar gewond en bezweek aldaar.

Hendrik Casimir II, vorst van Nassau-Dietz, graaf van Katzenelnbogen. Vianden en Spiegelberg, baron van Liesveld enz., stadhouder van Friesland. Groningen en Drenthe (1664 96), *18.1.1657 ’s-Gravenhage, ✝ 15.3.1696 Leeuwarden; zoon van Willem Frederik en Albertina Agnes. Volgde 1664 zijn vader als stadhouder op, aanvankelijk onder voogdijschap van zijn moeder. Als kolonel der Staatse infanterie 1674 gewond in de Slag bij Seneffe. Nadat hij 1677 zelf de regering aanvaard had, raakte hij in conflict met Willem III, de stadhouder in de andere gewesten, waarbij Hendrik zelfs onderhandelingen met de Fransen aan knoopte.

Heinsius, raadpensionaris van Holland, wist 1694 een verzoening lot stand te brengen. Huwde 16.11.1683 zijn nicht Henriette Amalia van Anhalt-Dessau. In 1689 door de Staten tot 3e veldmaarschalk benoemd, streed hij bij Fleurus (1690) en Steenkerken (1692); verliet 1693 de dienst.