Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Eindhoven

betekenis & definitie

Ned. stad in het zuidoosten van de prov. Noord-Brabant.

Reeds in de 7c eeuw genoemd; ontwikkelde zich tot een handelscentrum en kreeg 1232 van hertog Hendrik i van Brabant stadsrechten: hoofdstad van Kempenland. een van de kwartieren van de Meierij. De stad leed zwaar tijdens de Gelders-Brabantse oorlogen en was tijdens de Tachtigjarige Oorlog afwisselend in Spaans en Staats bezit. Er ontwikkelde zich lange tijd geen zelfstandige industrie door de afhankelijke positie van Staats-Brabant. Hoewel er zich in de 19e eeuw hoeden-. sigaren- en textielindustrie vestigden en 1846 het Eindhovensch Kanaal naar Helmond werd gegraven, terwijl 1866 de spoorlijn naar ’s-Hertogenbosch werd aangelegd, kwam de opbloei pas na 1900 met de vestiging van Philips en andere industrieën, die hier goedkope arbeidskrachten vonden. Eindhoven ontwikkelde zich in de 20e eeuw tot de vijfde stad van Nederland.LITT.: H.Mandos en A.D.Kakebeeke (red.). Oud-Eindhoven (1950); A.Coolen, Groei van een stad (1951); S.H.Zoetmulder. Eindhovens onstuimige groei (1960-61): T.Klaversma. De heren van Cranendonk en Eindhoven, ca.1200-1460 (1969); L.G.A.Houben. Geschiedenis van Eindhoven (2 dln., 1889-90; herdr. 1974);

K.Vermeeren. Eindhoven tussen gloeikouske en gloeilamp (1976); K.Vermeeren. Eindhoven toen Eindhoven nog Eindhoven was (1977).