Ned. gemeente in de prov. Zeeland op Walcheren.
In de Romeinse tijd heeft zich op de zuidelijke oever van de Oosterschelde vanaf eind le tot midden 3e eeuw een heiligdom bevonden, waar naast de godin -→ Nehalennia ook Neptunus en luppiter werden vereerd als dank voor een behouden overtocht uit Brittannië. Evenals in Colijnsplaat (→ Kortgene) heeft de zee het heiligdom van Domburg eind 3e eeuw of in de 4e eeuw vernietigd. Resten van dit tempelcomplex, zoals funderingen van gebouwen en vele wij-altaren, zijn vanaf 1647 op het strand regelmatig blootgespoeld. Muntvondsten tonen aan dat vanaf eind 6e eeuw tot in de 9e eeuw Domburg een belangrijke havenplaats was langs de vroegmiddeleeuwse handelsroutes over de Noordzee. Blijkens een keur van graaf Floris iv in 1223 bezat de stad toen reeds stadsrechten; kwam 1477 door koop tot het markiezaat van Veere te behoren.Litt. H.M.Kesteloo, Domburg in woord en beeld (1913, herdr. 1973); A.Hondius-Crone, The Temple of Nehalennia at Domburg (1955).
