of Zendeden (veelal genaamd Zegri\, een moorsche stam en dynastie, die verscheidene vorsten heeft gegeven aan Fez, Tlemcen, Algiers. Tunis, Kairwan, Madyah en Tripoli.
De stam der Z, splitste zich in eeene menigte takken of stammen, die dikwijls met elkander in oorlog waren: de twee voornaamste dier stammen waren de zeiritische Badissieden of Sanhadzjieden en de zeiritische Zena* ten. De eetste sanhadzjidisebe vorst was Jusuf-Bal» kin, door Moêz-Lediniiiah als stadhouder aangesteld (971), doch die zich reeds in 972 onafhankelijk maakte, en de stichter werd van de dynastie der Z., welke zich staande hield tot 1050, toen zij van den troon werd gestooten door Abdallah-ben-Yasin (zie ALMORAVIDEN). In weerwil dat de stam der Z. van dat oogenblik af ophield de heerschende te zijn, bleef die nog altijd machtig, en werd vooral vermaard in Granada door zijne dapperheid, zijne talrijkheid en zijne naijverige twisten met de Abencerragen.De dynastie der Hamadieden van Boedzjia was eene zijlinie van deze Z.
Reeds lang voordat de dynastie der Z. van den troon werd gestooten door de Almoravieden, was hun Fez met verscheidene westelijke provinciën van hun rijk ontweldigd (988) door de zeiritische Zenaten onder aanvoering van Zeïri-benAtyah, wiens geslacht zich op den troon van Fez staande hield tot 1070.