of Kirwan, stad iu het binnenland van Tunis, 7 mijlen van de zee; 12,000 inw.; vele moskeen, waaronder de groole Okba-moskee. Vermoedelijk staal deze stad op de plaats van het oude Vicus-Augusti.
Zijne belangrijkheid heeft K. te danken aan de Arabieren; in 670 werd het de hoofdstad van een machtig vorstendom, dat aanvankelijk onder de kalïfeu stond, doch zich onafhankelijk maakte onder de Aglahieten (780—909). De Aglabieten werden uil K. verdreven door de Fatimieten, en deze regeerden tot 972, toen Moez-Ledmillah, meester van Egypte gew'orden, het bewind over K. opdroeg aan Jusuf-ben-Zeiri, die het hoofd werd van de dynastie der Zemelen. De Almohaden van Marokko overweldigden K. in 1150. Toen deze dynastie in de 13e eeuw ophield, kwam K. onder het gezag der vorsten van Tunis, aan welks pacha K. nog ten huldigen dage schatplichtig is.