Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Fez

betekenis & definitie

voormalig koningrijk, tegenwoordig een sultanaat van Marokko, grenst ten N. aan de Middellandsche Zee, ten W. aan den Atlantischen Oceaan, ten N. 0. aan het eigenlijke Marokko, ten N. W. aan het koningrijk Tafilet.

De hoofdstad is Fez (zie vorig art.); andere voorname steden zijn Meksanah (Méquinez), Tetuan, Tanger, Rabat. Na eerst het grootste gedeelte uitgemaakt te hebben van Mauritania Tingitana, was F. onder de laatste romeinsche keizers bij de diocese Hispania ingelijfd, en werd vervolgens eene prooi, eerst der Vandalen, toen der Arabieren (678), die het Acssay (d. i. veraf gelegen) noemden. Het koningrijk F. maakte eerst deel uit van het kalifaat Damascus, doch werd reeds spoedig verbrokkeld, en was 782 het middelpunt van de macht der Edrisieten; vervolgens door Abderamus III (931—960) bij het kalifaat Cordova gevoegd, ontviel het hem echter in 960, en ging toen over onder het gezag der fatimitische kalifen. In 1070 wisten de Almoravieden zich meester te maken van het koningrijk Fez, dat dus een wingewest van hun rijk werd. De Almohaden vervingen hen in 1145, maar vestigden hunne residentie te Marokko. Onder de Merinieten (1248) erlangde F. weder den voorrang, en onderwierp de naburige rijken Soes, Marokko en Tafilet; doch 1536 verloor het al die wingewesten, en was sedert dat tijdstip aanhoudend in oorlog met Marokko, welks sultan eindelijk in 1730 geheel F. aan zijn gezag onderwierp, en sedert dien tijd is F. slechts een sultanaat van Marokko.

< >