tijdens den oorlog met Frankrijk in het laatst der 18e eeuw stuurman op een kofschip, dal, met graan van Libau naar Amsterdam bestemd, den 1 Augustus 1794 door een fransehen kaper prijsgemaakt werd, tien mijlen yan de hollandsche kust af. De kapitein en vijf matrozen werden aan boord van den kaper gebragt, en op de kof bleef van de bemanning slechts de stuurman en een jongen, terwijl een prijsmeesler met vier matrozen en een jongen op de kof werden geplaatst, om het schip op te brengen naar Duinkerken.
Den tweeden avond echter, waren de vierfransche matrozen in het voorouder; A. wierp het luik digt en sloot hen daar op; den prijsmeesler smeet hij over boord; en met behulp van de twee jongens bragt A. de kof behouden te Hellevoetsluis binnen, waar hij de fransche matrozen als krijgsgevangenen overleverde aan ’s lands wachtschip.