Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Wassenaar

betekenis & definitie

een der oudste aanzienlijke geslachten in de Nederlanden; leden der familie W. worden reeds in de 12eeeuw vermeld als Hoitaudsche edelen. Tot dit geslacht behoorde o.n.:

(Jacob van), heer van Ohdaru, gcb. J6I0, die 1653 in de plaats van M. Hz. Tromp benoemd werd lot luitemmtadmiraal der vloot, vour welke hoogc betrekking hij de noodige bekwaamheden niet bezat, ofschoon hij dat gemis vergoedde door weergalnozen moed eu onverschrokkenheid; 1656 ontzette hij, geholpen door de deensche vloot, de door de Zweden benauwde stad Dantzig; 1657 werd hij Heer van Wassenaar, en in datzelfde jaar bracht hij een hoil, gezantschap naar Portugal, en maakte 15 portugeesche suikerschepen prijs, die uil Brazilië lerugkeerden; 1658 streed hij met eene sterke vloot, ter hulp van Denemarken naar de Oostzee gezonden, roemrijk tegen de Zweden; 1665, in eenen zeeslag legen de Engelscheii. hield hij met leeuwenmoed den strijd vol legen e«*ne verplettende overmacht, totdat zijn schip (de Km iracht) in brand geraakte en in de lucht vloog (13 auni): zijn lijk is nooit gevonden.