Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Waldemar (Zweden)

betekenis & definitie

koning van Zweden, werd gekozen in 1250, bij den dood van zijnen oom Erik XI, regeerde aanvankelijk onder regentschap van zijn vader, tien beroemden graaf Birger, leefde zelf als een zwijn, engiuü eindelijk (1272), om dat goed te o a&en, cene bedevaart naar Jeruzalem doen. Bij zijn terugkeer (1276) vond hij bet land in zoodanige» staat, dat reeds spoedig een Imrger-ooriog uitbrak tusschen hem en zijn zoon Magnus, waarin W. het onderspit kwam te delven; hij vluchtte naar Denemarken (1278), werd later (1288) door Magnus gevangen genomen, en stierf iu de gevangene 1293.

< >