Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Thomas

betekenis & definitie

een apostel van Jezus, bijgenaamd Didymus, d. i. Tweeling, wordt gezegd het Christendom verkondigd te hebben in Parthië en in Indië: uil dien hoofde heeten de Christenen in die landen Thomas-Christenen.

De Roomsche Kerk viert zijnen naamdag 21 Dec.; de Grieksche np ThnniasZondag, zijnde de eerste Zondag van het met Paschen aanvangende kerkelijke jaar. Ongeloovige T. is een spreekwoord geworden, omdat T. niet aan de opstanding van Jezus wilde gelooven, voordat hij hem zelf gezien had.

< >