Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Didymus

betekenis & definitie

d. i. tweeling, naam of bijnaam van verscheidene personen der oudheid, o.a.:

1) de apostel Thomas; zie Joh. 11: 16; 20; 24; 21: 2.
2) een alcxandrijnsch taalgeleerde ten tijde van Augustus, heeft volgens de opgave van Senecaniet minder dan 4000 geschriften opgesteld, en draagt om zijnen buitengewonen schrijf-ijver den bijnaam van Chalcenterus.
3) een kerkvader, geb. 308, als martelaar gest. te Alexandria 395; hij schreef onder meer De spiritu sancto (gedr. Keulen 1618j en Adoersus Matück>eos! (gedr. lugolstadt 1604).

< >