duitsch Schlesien, voormalig hertogdom, thans gedeeld tnsschen Pruisen en Oostenrijk (zie verder hieronder). In den tijd der Romeinen was S. bewoond döor Lygiërs en’Qunden, vervolgens door Slawische volksstammen, kwam daarop aan het koninkrijk Moravië, later aan Bohemen, en in 't begin der 10e eeuw onder Polen; toen ontving het eigene hertogen nit het geslacht der Piasten.
Door Mieezyslaw I werd het Christendom in S. ingevoerd (965). In 1063 werd het, onder de drie gebroeders Boleslaw, Mieezyslaw en Koetiraad onafhankelijk van Polen, en deze hertogen en hunne nazaten trokken duitsche landverhuizers naar S. en voerden er daitsche wetten en duitsche zeden in. Ze splitsten zich echter allengs in eene menigte liniën, die elk met den titel van hertog een eigen grondgebied hadden, welke hertogdommen ieder den naam dragen van de stad, die er de hoofdplaats van was. Zoo had mende hertogdommen Breslau, Liegnitz, Glogau, Drieg, Schweidnitz, Jauer, Munsterberg, Sagan, (Els, enin Opper-S. (zie verder hieronder) de door leden van een boheemsch geslacht geregeerde hertogdommen Troppau, Jagerndorf, Teschen, Oppeln en Ralibor. Om zich steun te verschaffen legen Polen, erkenden de Silezische hertogen (allen op twee na) zich in 1327 vasalien van koning Jan of Johannes van Bohemen, wiens zoon, keizer Karel IV, S. aan de kroon trok (1357); in 1G75 stierf de laatste .hertog uit het geslacht der Piasten, en nu werd S. geheel en al eene oostenrijksche provincie. Door de Silezische oorlogen (zie het volgende art.) kwam S. (1740—42) aan Pruisen, dat door Maria Theresia in T bezit van S. gelaten werd (1748). Doch in den 7-j. oorlog werd S. herhaalde malen ver- en heroverd, totdat de keizerin in 1763 het grootste gedeelte voor goed aan Pruisen afstond, terwijl slechts een klein gedeelte aan Oostenrijk bleef toebehooren. Die twee deelen beeten thans: '1) Pruisisch S., provincie van Pruisen, is (vergroot met eenig later daaraan toegevoegd grondgebied) thans circa 742 vierk. mijlen groot, bevolkt met 3,270;00ö zielen, ingedeeld in drie regeeringsdistricten (Breslau, Liegnitz en Oppeln), heeft tot voornaamste rivier de Öder, en tot hoofdplaats de stad Breslau.
2) Oostenrijksch S., dat gedeelte van Silezië,dat bij den Hubertusburger vrede van 45 Febr. 1763 aan Oostenrijk verbleven is, en na de staatsregeling van 4 Maart 1849 een afzonderlijk kroonland van Oostenrijk vormt, onderden naam van hertogdom Opper-en Neder-S. bijna 94 vierk. mijlen groot is, 444,000 bewoners lelt, ingedeeid is in het staddistrict Troppau en nog 22 districten, en tot hoofdplaats heeft de stad Troppau.