(Henri, graaf van), maarschalk van Frankrijk, geb. 1583 te Parijs, uit eene familie die herkomstig was uit Meissen, diende aanvankelijk Rudolf II, werd vervolgens ambassadeur van Frankrijk, eerst in Engeland, toen in Duitschland, werd 1619 zooveel als minister van flnantiën, 1621 hoofd van het ministerie, viel 1625 in ongenade, hetgeen echter niet lang duurde, en werd toen begiftigd met den maarschalks-staf. Hij verdreef de Engelschen van het eiland Ré, onderscheidde zich in Piémont, overwon de Languedocscbe opstandelingen te Castelnaudary, waar Montmorency gevangen genomen werd (1632), en stierf in datzelfde jaar als gouverneur van Languedoc.
(Charles, hertog van), eerst bekend onder den naam van hertog van Halluyn, geb. 1601, zoon van den vorige en zijn opvolger als gouverneur van Languedoc, overwon de Spanjaarden bij Leucate (1636), werd kort daarna maarschalk van Frankrijk, en veroverde Perpignan. Bij den dood van Lodewijk XIII verloor hij de hoogc gunst, w'aarin hij gestaan had, en werd als gouverneur van Languedoc ontslagen, waarvoor hij slechts het gouvernement Metz als schadeloosstelling ontving. Hij stierf 1656.